Skip to main content
Foto: Norbert van Onna mouse

Luifel Byondis Portiersloge

Nijmegen

De stalen luifel van de Byondis Portiersloge markeert de entree tot de Byondis Campus in Nijmegen, waar de bedrijven Byondis en Synthon zijn gevestigd. Het gebouw is meer dan een aantrekkelijke entree voor bezoekers: vanuit deze centrale plek worden de veiligheid, de gezondheid en het onderhoud van de campus georganiseerd. De prominente luifel met PV panelen is hierbij de eyecatcher!

Projectgegevens

Locatie Microweg 4, 6545CM, Nijmegen
Opdracht Byondis (Nijmegen)
Architectuur Broekbakema (Rotterdam)
Constructief Ontwerp Pieters Bouwtechniek (Delft) en Snetselaar Constructieve Ingenieurs (Ede)
Uitvoering Bouwbedrijf Berghege (Oss)
Staalconstructie GroenLeven (Leeuwarden) en Metaalbouw Vloet (Mill)

Algemene projectomschrijving

Byondis is een innovatief R&D bedrijf dat medicijnen ontwikkelt tegen kanker en auto-immuun ziektes, welke in 2019 is gescheiden van Synthon, dat generieke medicijnen produceert. Sinds 2008 werkt Broekbakema voor Byondis aan het stedenbouwkundig masterplan en aan meerdere gebouwen van Byondis. De Portiersloge is door Broekbakema integraal ontworpen in samenhang met het masterplan, landschap en interieur tot een aantrekkelijk geheel. Het biedt een soepele entree-ervaring voor bezoekers en eigen personeel.

De Portiersloge functioneert als het gezicht van de Byondis Campus naar buiten. Het vormt de interface tussen binnen en buiten de veiligheidsschil. Het campusterrein heeft aan de buitenzijde een nachtsluiting middels een groot schuifhek, overdag loopt de veiligheidsgrens onder de stalen luifel door. Dankzij een combinatie van druppelvormige grondkeringen, glazen balustrades, tourniquets en slagbomen wordt een dagsluiting gecreëerd die veel transparantie biedt en zo een welkom gebaar mogelijk maakt.

Bijzondere functionele aspecten van het bouwwerk

Bij het betreden van de Byondis Campus worden bezoekers en personeelsleden verwelkomd door de PV luifel. Personeel dat met de auto komt kan linksaf om het tijdelijke parkeerterrein op te rijden. In de vervolgfases van het masterplan zijn hier andere functies voor voorzien. Bezoekers kunnen rechtsaf om te parkeren op de bezoekersparkeerplaatsen en zich aanmelden bij de loge. Op de Byondis Campus bevindt al het verkeer zich op een shared space, wat langzaam rijden aanmoedigt en zo een landschap creëert waar de auto te gast is en langzaam verkeer zich veilig kan bewegen.

De entree van de portiersloge functioneert als het warme ontvangst van Byondis. Hier bevindt zich de beveiliging en receptie van de hele campus. Er zijn twee vergaderruimtes om direct te kunnen overleggen met externen zonder de rest van de campus op te hoeven.

Aannemers kunnen gebruik maken van de aannemershuiskamer als uitvalsbasis om werkzaamheden op de campus uit te voeren. Vanuit deze ruimte kunnen zij direct de campus betreden, een veiligheidscursus volgen en tot rust komen in de pauze.

Achter de entree bevinden zich de kantoren van de Engineering & Maintenance (E&M) en Environment, Health & Safety (EHS) afdelingen, die verantwoordelijk zijn voor engineering, onderhoud en veiligheid op de campus. Daarom bevindt zich op de eerste verdieping een grote vergaderruimte die tevens dienst doet als calamiteitencentrum voor de campus. Hiervoor zijn redundante voorzieningen getroffen, zoals noodstroom en eigen data- en elektra-aansluitingen.

Aan de staart van het gebouw zit een techniekruimte en werkplaats voor onderhoud. Deze ruimte maakt het mogelijk om kleinschalig onderhoud te verrichten of spullen op te slaan, terwijl een overheaddeur het in- en uitrijden van grote onderdelen vergemakkelijkt. Op een klein logistiek plein achter het gebouw staan de aggregaat, warmtepomp en fietsenstalling onder een overkapping. Hier bevinden zich een tiental deelfietsen van Byondis, waarmee (onderhouds)personeel zich snel over de campus kan verplaatsen. 

Bijzondere aspecten bouwkundig concept / ontwerp

De portiersloge is qua masterplan, landschap, gebouw en interieur als integraal geheel ontworpen en uitgewerkt. Dit alles is in een integraal Building Information Model (BIM) gedaan voor exacte afstemming tussen verschillende ontwerpende en uitvoerende partijen.

Het gebouw vormt samen met de luifel één gebaar, waarbij een doorlopende dakrand het geheel samenbrengt. De gevel onder deze dakrand loopt van transparant (tpv de luifel en entree) naar gesloten (tpv techniekruimte en logistiek) en maakt hiermee een welkom gebaar richting de bezoekers. De transparante gevel verduidelijkt de entree voor bezoekers, maar de transparantie werkt ook de andere kant op: dankzij de grote glazen vliesgevels kan toezicht worden gehouden op de entree van de campus. De sterke verticale ritmiek in de gevel maakt het mogelijk om een laag glaspercentage (40%) te combineren met hoge ramen waardoor daglicht tot diep in het gebouw kan treden. Dankzij een lichtstraat in het midden van het gebouw is ook in de gemeenschappelijke pauzeruimte in het hart volop daglicht aanwezig.

Zowel binnen als buiten laat de Portiersloge een stoere indruk achter. De stalen luifel is een kenmerkend element en vormt een duurzaam statement met zijn PV panelen boven het groene landschap. De beplating van de druppelvormige grondkeringen is van lasergesneden aluminium plaatwerk en geeft het karakter weer van een campus waar hoogwaardig onderzoek en ontwikkeling plaatsvindt. Dankzij een gat in de luifel komt voldoende licht naar binnen om het groen eronder te laten groeien en wordt een ruimtelijk gebaar gemaakt. Ter plekke van de entree en rvs fiets- en voetgangerstourniquets is voldoende afdak aanwezig om droog binnen te komen. De PV cellen zorgen voor diffuus lichtinval waarmee ook zonwering voor de grote glaspartij wordt gecreëerd.

Naast de entreefunctie dient de portiersloge ook als gebouw voor de technische diensten. Daarom mag de techniek niet alleen buiten, maar ook binnen gezien worden! Zo zijn in het gebouw de installaties en constructie volop in het zicht gelaten en vormen de stalen kolommen, windverbanden, balken, vloerranden en balustrades een stoer accent in een verder ingetogen doch huiselijk interieur. Het ontvangstgebied vormt hierbij een kleine uitzondering, waar warme kleuren en zachte materialen de boventoon voeren om een welkom gebaar richting bezoekers te maken.

De PV luifelconstructie is slank ontworpen en gerealiseerd. Hij bevat 162 zonnepanelen die met een geïnstalleerd vermogen van 54 kWp goed zijn voor een jaarlijkse opbrengst van circa 59.000 kWh (2023).

In het landschapsontwerp zijn bijzondere (bouwkundige) elementen geïntegreerd onder de stalen luifel. Het patroon op de beplating van het talud wordt op diverse plaatsen op de campus toegepast en geeft het proces van de medicijnen die door Byondis worden ontwikkeld weer. Het patroon is samen met de leverancier per plaat ontworpen voor maximale overlap en heeft een gradiënt met grotere en kleinere openingsgrootten. Transparante glazen balustrades maken de veiligheidsschil af zonder daarbij de vorm van de druppelvormige taluds te onderbreken. De RVS zuilen ter plekke van de slagbomen zijn hergebruikt van elders op de campus, terwijl de detectielussen van de fiets/voetgangerstourniquets onzichtbaar zijn geïntegreerd onder de bestrating. De slagbomen met schorten zijn speciaal gespoten op kleur om zo één geheel te vormen.

In het kader van het masterplan is de hemelwaterafvoer van het gebouw van het riool ontkoppeld en vervangen door lokale infiltratie in de vorm van wadi’s. Daarom is voor de portiersloge een wadi geplaatst waarin het regenwater van luifel en gebouw kan worden opgevangen. De hemelwaterafvoeren zijn zowel bij gebouw als luifel zorgvuldig aan het zicht onttrokken middels de integratie met de staalconstructie en bevestigingsbeugels van de PV panelen.

Beschrijving staalconstructie en/of gebruik van staal

Het gebouw heeft een stalen constructie bestaande uit kokerkolommen en HEA balken, aangevuld met stripstaal windverbanden en kanaalplaatvloeren met druklaag. Door het gebruik van standaard profielen (sterkte S235) en zichtbare geboute verbindingen, is getracht een simpele constructie met snelle bouwtijd te realiseren. De kolomvoeten zijn geïntegreerd in de dekvloer, zodat er bij de entree een chique voetdetail ontstaat zonder struikelgevaar. Bij de entree is slank bouwkundig staal toegepast in de vorm van kokerprofielen om de vliesgevel te ondersteunen. De vloerranden en balustrades zijn opgetrokken uit staal en zijn waar mogelijk in de detaillering slim als bekisting voor de vloer gebruikt. Door in het gebouw alle stalen elementen 300mm uit stramien te plaatsen was het mogelijk om binnenwandaansluitingen met staalprofielen grotendeels te voorkomen en zo simpelere wandaansluitingen te realiseren. Dit zorgt er ook voor dat de stalen elementen prominenter naar voren komen in het interieur.

De stalen luifel bestaat uit een combinatie van gepoedercoate slanke kokerkolommen (S235), op maat gemaakte J en omega-profielen van gezet plaatwerk (S355) en rondstaven voor plaatstabiliteit. De luifel is samen met GroenLeven (voorheen MORRENsolar) en Pieters Bouwtechniek ontworpen en verder uitgewerkt door Vloet Metaalbouw en Snetselaar Constructieve Ingenieurs.

Een constructieve koppeling ter hoogte van het dak van het gebouw en in de funderingsstroken maakt het mogelijk dat de luifel en onderdoorgang vrij kan worden gehouden van stabiliteitselementen. De momentvaste koppeling van het type Schöck Isokorb QST is thermisch onderbroken en rondom volledig waterdicht ingeplakt. Deze koppelingen zijn in het verlengde van de balken van het gebouw geplaatst, waardoor zij geen asymmetrische belastingen veroorzaken voor het gebouw.

Aan de bovenzijde van de sparing in de luifel zijn een zestal bliksemafleiders geïntegreerd als verlengde van de kolommen. Deze ‘sprieten’ zijn ver weg van de buitenste rand van het gebouw geplaatst zodat ze minder opvallen; door hun slanke vorm en neutrale kleur vallen ze weg tegen de hemel.

In het constructieve ontwerp van de luifel is rekening gehouden met een bouwwerk uit gevolgklasse CC2 en betrouwbaarheidsklasse RC2. De kolommen zijn verend ingeklemd in de fundering voor additionele stijfheid. De luifel is als staafmodel berekend; de verschillende verbindingen zijn echter volledig in 3D uitgewerkt en geanalyseerd met FEM-software.

Een buitengewone belasting die in het ontwerp is meegenomen is die van een voertuig: de luifel is zodanig berekend dat er een kolom onder de constructie vandaan kan worden gereden. Ondanks deze constructieve overcapaciteit zijn er bouwkundige maatregelen getroffen om dit te voorkomen: de druppelvormige taluds beschermen de kolommen die in het talud vallen, terwijl de kolommen langs de rijbaan worden beschermd door het plaatsen van grote keien die deel uitmaken van het landschapsontwerp. Zo wordt aanrijdbeveiliging geïntegreerd met het landschapsontwerp en wordt een technisch element onderdeel van het groen.

Bijzondere constructieve slimmigheden / detailleringen

In het gebouw is getracht om de staalconstructie eerlijk in het zicht te laten, waarbij de vloerranden zijn voorzien van een staalplaat die tevens dienst doet als bekisting. Tegen de stalen vloerranden zijn stripstalen hekwerken geplaatst die rondom de vides lopen en ook de zijkant van de trap markeren, zodat een vloeiend geheel ontstaat.

De voetplaten van de kolommen zijn verholen gedetailleerd, waarbij de voetplaat in de (makkelijker verwijderbare) dekvloer is geplaatst. Hierdoor ontstaat een schone aansluiting bij de vloer, wat vloerafwerkingen, wandaansluitingen en de schoonmaak vergemakkelijkt. De windverbanden volgen een vergelijkbaar principe, waardoor de windverbanden ter plekke van de vloeraansluiting weinig ruimte in beslag nemen en geen gevaarlijk uitstekende onderdelen hebben.

Ten slotte heeft de detaillering, in combinatie met de verschuiving van 300mm uit stramien voor de balken en kolommen, als resultaat dat de stalen constructie prominent in het zicht is maar geen hinderlijk effect heeft op de functionaliteit van het interieur.

De constructieve koppeling aan het gebouw maakt het mogelijk om de stabiliteit van de luifel te garanderen zonder dat er hinderlijke stabiliteitselementen, grote momentvaste verbindingen of dikke kolommen en balken benodigd zijn. De luifelstramienen zijn gericht op het behalen van een maximale slanke profilering, waardoor deze niet uitlijnen met die van het gebouw. De constructieve koppelingen zijn echter in het verlengde van de stramienen van het gebouw gemaakt, zodat daar geen extra krachten optreden.

Aan de luifelzijde is een HEA160 profiel verbonden aan de gezette J-vormige randbalk middels steekvullingen voor extra maattolerantie.  Dit HEA160 profiel is verbonden aan een HEA160 console dat uit het dak van het gebouw steekt. De verbinding daartussen is gemaakt met een koudebrugplaat waardoor de isolatielijn van het gebouw continu kan doorlopen. De HEA160 console bovenop het dak is middels een viertal M16 draden en staalstrips thermisch onderbroken op de dakvloer gelegd en verbonden aan de staalbalk eronder. Aan de zijde van de luifel zorgt een stalen kopplaat ervoor dat een UNP260 dwarsbalk bevestigd kan worden, welke dienst doet als bekistingsrand en ondergrond voor de bevestiging van de vliesgevel. Het geheel is naast de twee thermische onderbrekingen ook ingepakt met hoogwaardige isolatie. De koudebrugwerking is tijdens het ontwerpproces door DGMR getoetst.

Een ander vernuftig onderdeel van de stalen luifel is de volledig geïntegreerde en verholen hemelwaterafvoer en bekabeling, welke is weggewerkt in zowel de primaire als de secundaire liggers van de luifel.

De PV panelen onder een hoek van 10 graden wateren af op maatwerk omega profielen die dubbel dienst doen als secundaire liggers én verholen water- of elektragootjes. De PV panelen zijn gemonteerd met kleine op maat gemaakte omega beugels die op de secundaire liggers afsteunen. De secundaire liggers (omega profielen) wateren af op de langsbalken van de luifel, welke van J-vormig S355 staalplaat is gemaakt. De buigradius hiervan is zo klein mogelijk gehouden om de uitstraling met de aluminum dakrand van het gebouw te waarborgen. Alle elektra bekabeling is geplaatst in waterdichte mantelpijpjes die in de goten zijn gemonteerd, waardoor geen aparte kabelgoten of leidingen in het zicht komen. Vanuit de luifel steekt gelijkstroom over het dak van het gebouw naar de techniekruimte waar de omvormers zijn geplaatst.

Water stroomt via de onderzijde van de J-vormige langsbalken naar de middelste zes kolommen die grenzen aan de opening in de luifel. In deze kolommen zitten gelaste buizen met een diameter van 121mm, welke bij de kolomvoeten onder het maaiveld naar buiten treden om af te wateren richting de wadi. Om de hemelwaterafvoeren bereikbaar te houden voor onderhoud en inspectie zijn rond deze kolommen speciaal ontworpen stalen roosters geplaatst, die in twee helften uitneembaar zijn en naadloos overlopen in de bestrating.

Bijzondere aspecten uitvoering

Een bijzonder bouwwerk heeft ook een bijzondere uitvoering: dit was zeker het geval voor de luifel van de Portiersloge.

De reden hiervoor lag in een aantal omgevingsfactoren die de uitvoering extra complexiteit gaven. Doordat de luifel over de hoofdentree van de campus steekt, diende de toegang tot de campus bijvoorbeeld tijdelijk te worden omgelegd. Tijdens uitvoering van het gebouw diende de hoofdtoegangsweg juist weer toegankelijk te blijven. Aan de noordzijde van het gebouw loopt een hoogspanningsleiding, waardoor afstemming met de netbeheerder nodig was. Dit betekende dat kraanbewegingen strikt gemonitord en gecontroleerd dienden te worden. Onder de luifel loopt een hoge druk gasleiding, waardoor werkzaamheden aan de fundering van het gebouw en luifel zeer zorgvuldig dienden te worden uitgezet en uitgevoerd.

Dankzij integrale samenwerking in een BIM-model was het vanaf een vroeg stadium mogelijk om rekening te houden met deze aspecten in ontwerp en uitvoering. Door aannemer Berghege is de fundering van de luifel aangelegd en vervolgens ingemeten om maatverschillen te kunnen compenseren. In de detaillering van de kolomvoeten en aansluiting met het gebouw is voldoende stelruimte aangehouden om kleine verschillen in op te kunnen vangen. Voor aanvang van de uitvoering is in de fabriek van Metaalbouw Vloet zelfs de hele luifel in elkaar gezet om de passing te controleren!

Nadat de kolommen van de luifel waren geplaatst werd het bovendeel van de luifel in vier delen op locatie geassembleerd op bokken. De bovendelen werden vervolgens één voor één op hun plek gehesen door een indrukwekkend tango van twee mobiele kranen die tegelijk met draaiende bewegingen de luifel zorgvuldig op hun plek hesen – zonder daarbij het gebouw of de hoogspanningsleidingen te raken natuurlijk.

Echter, ondanks de zorgvuldige montage bleek bij de eerste plaatsing dat er een zichtbaar verschil in uitlijning was tussen de dakrand van het gebouw en de luifel! Vloet Metaalbouw heeft toen de verbinding met het gebouw weer losgedraaid en de hele luifel -middels kleine zetjes- toch weten uit te lijnen met de dakrand van het gebouw. De uitlijning was perfect: eind goed, al goed dus gelukkig.

Dezelfde zorg voor nauwkeurige maatvoering is ook doorgezet tijdens de aanleg van het landschap. De druppelvormige taluds dienden nauwkeurig aan te sluiten op het omliggende terrein, de luifel en hogedruk gasleiding. De betonnen keermuren zijn ingemeten door de leverancier van de beplating om zo strak mogelijk de aluminium beplating te laten aansluiten, ook met de verschillen in maaiveldhoogten.

Het resultaat van dit intensieve traject is een stalen luifel dat met zijn integratie van gebouw en landschap, slanke en stoere uitstraling en zorgvuldige detaillering en uitvoering de perfecte entree vormt tot een innovatieve en groene campus.