Algemene projectomschrijving
Het project omvat de realisatie van de nieuwe containerterminal van APM Terminals, gebouwd op 86 hectare oppervlak op Maasvlakte 2. Deze heeft een capaciteit van 2,7 miljoen zeecontainers per jaar en kan doorgroeien naar respectievelijk 167 hectare en 4,5 miljoen zeecontainers. Het entreegebouw, de ‘gate canopy’, vormt de toegangspoort voor het vrachtverkeer dat containervervoer van en naar het achterland verzorgt. De overkapping, die 14 rijbanen beslaat, bepaalt voor een groot deel de uitstraling van de terminal.
Beschrijving staalconstructie en/of gebruik van staal
De overkapping heeft een dubbelgekromd dakvlak dat met pendelstaven is opgehangen aan 14 stalen bogen (CHS 508x10). Deze bogen, met een overspanning van ruim 25 m en een hoogte van 8 m, staan diagonaal op de rijrichting. Vanwege de verschillende wegbreedtes zijn er bogen met twee verschillende stralen toegepast.
Het dubbel gekromde dakvlak is opgebouwd uit over de dwarsrichting gekromde, rechthoekige lichtstraten, verbonden met enkelgekromde stalen gordingen. Doordat de z-assen van de gordingen loodrecht op de kromming van de lichtstraat staan, ontstaan tussen de lichtstraten driehoekige, dubbelgekromde daksegmenten. Op de gordingen ligt het dakbeschot.
De uiteinden van de lichtstraten zijn constructief met de bogen verbonden om horizontale krachten uit het dakvlak (door windwrijving) af te dragen naar de fundering. Een van de twee uiteinden van de lichtstraten is daartoe scharnierend verbonden met de boog. Om te voorkomen dat het dak en de boog samenwerken, zijn de verbindingen aan het andere uiteinde van de lichtstraten met de bogen zo vormgegeven dat deze horizontale vervormingen in de richting van de overspanning van de boog toelaten. Het dak is met slanke buizen (CHS 76,1x4) opgehangen aan de bogen. Door windzuiging op het relatief lichte dak kunnen deze staven ook op druk worden belast.
Bijzondere aspecten bouwkundig concept / ontwerp
Gedurende de ontwerpfase is intensief gebruik gemaakt van BIM-technieken. Het ontwerp van de canopy is, gezien de mate van repetitie, in een parametrisch model opgezet. Hierdoor kon, door letterlijk aan de knoppen te draaien, het ontwerp van de canopy worden verfijnd. Door een directe koppeling van het model aan een constructief rekenpakket werden de constructieve implicaties van verfijningen real-time zichtbaar. De windbelasting op de canopy is zowel met CFD-berekeningen als met een geprint 3D-model in een windtunnel onderzocht.
Bijzondere constructieve slimmigheden / detailleringen
Een aandachtspunt in de detaillering is de hwa en E+I-buis, die in de poer (in-situ beton) en de stalen boog zijn opgenomen.
Bijzondere aspecten uitvoering
Teneinde de uitvoering te vereenvoudigen is in de UO-fase ervoor gekozen de stalen bogen met behulp van montage steunen te funderen, waarna de montagesteunen zijn ingestort in de poer.
Bijzondere functionele aspecten van het bouwwerk
De canopy markeert voor vrachtwagens de entree tot het terrein. Containers worden hier in- en uitgecheckt en de chauffeurs krijgen instructies over de te volgen rijroute.
De primaire functie van de canopy is het beschutten van vrachtwagenchauffeurs tijdens het aan- en afmelden. Daarbij mag het ontwerp geen significant negatief effect hebben op windstromingen direct boven maaiveld. Ten slotte moest een uitbreiding naar 20 overkapte rijbanen mogelijk zijn. Dit pleitte voor een modulair ontwerp met de primaire overspanning in de rijrichting.
Daarnaast wenste APM Terminals voor hun nieuwe “flagship terminal” meer dan een standaard overkapping.