Skip to main content
Meldkamer Apeldoorn - Lucas van der Wee mouse

Meldkamer Oost-Nederland

Apeldoorn

De 21 regionale Politie Meldkamers in Nederland zijn samengevoegd tot één Landelijke Meldkamer. De gecombineerde Politiehuisvesting en 112-meldkamer in Apeldoorn is met het verzorgingsgebied van 3,2 miljoen inwoners de grootste van de tien nieuwe locaties. Vanaf 2022 werken politie, brandweer en ambulancediensten samen in dit pand.

Projectgegevens

Locatie Europaweg 77, Apeldoorn
Opdracht Nationale Politie, Den Haag
Architectuur architectenbureau cepezed bv., Delft
Constructief Ontwerp IMd Raadgevende Ingenieurs B.V., Rotterdam
Uitvoering Friso Bouwgroep, Sneek
Staalconstructie Moors Constructie & Machinebouw, Bergharen

Algemene projectomschrijving
In de nieuwe Meldkamer in Apeldoorn komen vanaf maart 2023 alle meldingen binnen aan de politie voor de regio Oost-Nederland. Het gebouw is een architectonisch ontwerp van cepezed architecten en bestaat grofweg uit twee sterk omkaderde, rechthoekige volumes, beide omkleed in roestkleurig cortenstaal. Een laagbouwdeel met daarin de daadwerkelijke meldkamer en technische ruimtes, met daarboven de kantoren en vergaderruimtes in het loodrecht daarop geplaatst volume van drie lagen dat aan beide zijden sterk uitkraagt. De opzet van de stalen hoofddraagstructuur met grote uitkragende bouwdelen is al tijdens de tenderfase bedacht door IMd Raadgevende Ingenieurs en is gedurende het hele ontwerpproces fier overeind gebleven.

De staalconstructie van de Meldkamer Oost-Nederland is erg logisch van opzet. Krachtswerking en vormentaal komen helder overeen. Door de betrokken projectpartners is vanaf een vroeg stadium intensief samengewerkt. Daarbij is veel aandacht besteed aan de verbindingen en de gehele afstemming tussen constructief ontwerp en bouwkundige detaillering. Dat heeft geresulteerd in een fraaie constructie deels in het zicht die ook gezien mag worden. 

Beschrijving staalconstructie en/of gebruik van staal

Melkmeisje
Het rechthoekige volume van het bovendeel van het gebouw is in feite een soort zwevend volume, dat is opgelegd op het laagbouwvolume. Het volume kraagt aan beide zijden evenveel uit en kan daardoor, net als bij een melkmeisje, evenwicht maken. De expressieve uitkragende bouwdelen zijn opgebouwd uit gebouwhoge vakwerken. Veel aandacht is besteed aan de constructieve effectiviteit en juiste dimensionering van deze vakwerken. Door gebruik te maken van de gebouwhoogte van drie verdiepingen is een slank ontwerp ontstaan. Een tijdige afstemming met de architect maakte dit mogelijk. Door de keuze voor een staalconstructie met kanaalplaatvloeren is het gewicht beperkt gebleven. De gedachte hierachter was niet alleen op het reduceren van kosten, maar ook materiaal en schaarse grondstoffen. Een bijkomend voordeel is dat de geprefabriceerde onderdelen is grote hoeveelheden konden worden getransporteerd, wat het aantal transportbewegingen heeft geoptimaliseerd.

Zicht en licht in de meldkamer
Om de grote overspanningen van de kolomvrije meldkamer te kunnen realiseren, zijn vakwerkliggers in het dak toegepast. Bijzonder daarbij is dat de middelste vakwerkligger, in tegenstelling tot de buitenste twee, niet doorloopt tot aan de te verwachten draaglijn. Het was namelijk de wens van de architect om zicht en daglicht in de meldkamer te krijgen. De middelste vakwerkligger stopt iets eerder en hangt in een loodrecht daarop gepositioneerde vakwerkligger, die vervolgens afdraagt naar de twee buitenste. Bij het bepalen van de benodigde zeeg is dit gegeven meegenomen. Door deze keuze is een bijzondere zichtlijn gecreëerd vanuit het bovenste bouwvolume in de meldkamer. 

Vide
In het gebouwdeel met het uitkragende volume doorkruist een verspringende vide evenwijdig aan de langsgevel van de begane grond tot het dak. Op de onderste drie bouwlagen is de vide gesitueerd aan de voorzijde van het gebouw en vormt deze een grote entreehal. Op de derde verdieping ligt de vide centraal in het gebouw en op de bovenste twee verdiepingen aan de achterzijde. De positie van de vide was bepalend voor de overspanningsrichting van de vloeren. De vloeren die aan de vide grenzen, overspannen evenwijdig aan de langsgevels en de trappen. De vloeren in de uitkragende delen van het bovenste bouwvolume overspannen juist in de richting evenwijdig aan de kopgevels. De systematiek is echter overal gelijk en helder: de vloeren maken overal de grotere overspanningen en de stalen liggers de kleinere.

Stabiliteit
De stabiliteit van het gebouw wordt verkregen door een combinatie van stabiliteitskernen, trek-drukschoren en de betonwand tussen de meldkamer en de technische ruimte in de achterbouw. Bij de hoogbouw wordt de stabiliteit verkregen uit een tweetal kernen in combinatie met verticale windbokken in de voorgevel. Zowel de kernen als de verticale windbokken zijn opgebouwd uit een staalconstructie met diagonalen. 

De stabiliteitskernen zijn gesitueerd rondom de liften, trappenhuizen en schachten. Ze worden in de dwarsrichting (evenwijdig aan de letterassen) ondersteund door trek-drukschoren in de zijgevels van de laagbouw om voldoende stijfheid te verkrijgen. De stabiliteit van de laagbouw in de dwarsrichting wordt verzorgd door de betonwand tussen de meldkamer en de technische ruimte en de kernen. In de andere richting wordt de  stabiliteit verkregen uit de druk-trekschoren in de zijgevel. 

Brandveiligheid
De brandwerendheid van de stalen kolommen en liggers in het hoofdgebouw is verkregen door ze te behandelen met een brandwerende coating. Een deel van de kolommen is ontworpen met betonvulling en wapening. Voor dit deel was een coating niet nodig om aan de brandwerendheidseis van 60 minuten te voldoen. De kolommen die onderdeel zijn van de schoorconstructie zijn niet gevuld met beton. Deze zijn prefab behandeld met een coating zodat ze in één keer konden worden aangevoerd. De montagevolgorde is hierop afgestemd. 

Bijzondere aspecten bouwkundig concept / ontwerp 
Het ontwerp van de nieuwe meldkamer continueert het stedenbouwkundig principe ter plaatse in maat en schaal, daarmee aansluitend op de naastgelegen gebouwen. 
De nieuwbouw bestaat uit twee langgerekte volumes waarvan het ene spectaculair uitkragend dwars op de kop van het andere is gestapeld. Deze kop is vormgegeven als volglazen dop die functioneert als entree en als verbindingszone tussen beide bouwdelen, met onder meer een atrium en ontmoetingsplekken. Het gestapelde volume heeft aan beide uiteinden voltransparante gevels die refereren aan het ‘wakend oog’ van de gebruikers. Het ensemble landt op groen, flauw oplopende taluds waarin het onderste blok deels verzinkt. 

Het beeldkwaliteitsplan dicteerde gebruik van rood baksteen voor de gevels. In de tenderfase bood cepezed een alternatief met het gebruik van cortenstaal dat met zijn kleur en textuur voldeed aan de voorwaarden en de verwachtingen van de gemeentelijke supervisoren: stoer en herfstig. De bekleding van de gesloten geveldelen heeft een warme uitstraling die goed in de omgeving past.

Gezien de voorgestelde constructie met grote overstekken was het ook de meest logische keuze vanwege het lagere eigengewicht ten opzichte van metselwerk. Daarbij is de CO2-voetafdruk van baksteen aanmerkelijk hoger dan bij het gebruik van staal. Tegelijkertijd is baksteen nagenoeg niet circulair aangezien zijn slechte losmaakbaarheidsscore. 

Vanuit duurzaamheidsoogpunt kwam het gebouw tot stand met een sterk beperkt materiaalgebruik. De toegepaste materialen zijn bovendien zo duurzaam mogelijk. Bijna Energieneutraal Gebouw (BENG). De energievraag is hoog vanwege alle techniek en apparatuur die bij een centrale horen. Ook op alle daken van het gebouw waarop zonlicht valt, liggen pv-panelen. Meer schaduwrijke delen zijn bedekt met sedum. Dat veraangenaamt het beeld, vergroot de mogelijkheid om hemelwater vast te houden en draagt bij aan biodiversiteit. Energie wordt opgewekt met zonnepanelen, op de daken en ingepast in de overkapping van de carport.

Bijzondere constructieve slimmigheden / detailleringen 

Staalknopenboek
Omdat constructie en bouwkundige detaillering zo nauw verweven zijn in veel ontwerpen van cepezed, al dan niet samen met IMd, is ook voor het project Meldkamer Oost-Nederland veel aandacht besteed aan de esthetische randvoorwaarden van de staalconstructie, die grotendeels in het zicht is gelaten. Samen is het initiatief genomen om een uitgebreid staalknopenboek te maken. Hierin zijn esthetische kaders geschetst waaraan het staal en met name de verbindingen moeten voldoen. Bijvoorbeeld voor het montageprincipe (droge montage door middel van boutverbindingen), de naadverdeling van de voorgestelde prefab onderdelen, het uit het zicht detailleren van koppelplaten en kolomvoeten, en de esthetische afwerkingseisen van de gelaste verbindingen, coatings en verbindingsmiddelen. 

Met de ervaring en technische inbreng van IMd, zijn de inventieve principedetails op hoofdlijnen ontworpen. In het staalknopenboek zijn de ontwerprichtlijnen en uitgangspunten met behulp van visualisaties en ‘spelregels’ weergegeven, als communicatiedocument richting de aannemer en staalbouwer. De staalbouwer heeft de uiteindelijke engineering van de verbindingen en overige staaldetails in samenspraak met de constructeur en de architect uitgewerkt volgens dit ontwerpboekje. Dit heeft geleid tot met aandacht vormgegeven en efficiënte verbindingen. 

Bijzondere aspecten uitvoering

Tijdelijke ondersteuning
De krachtswerking ter plaatse van de vakwerken in de uitkragende delen is pas optimaal als de bovenste verdieping is geplaatst. Tijdens de uitvoering moesten de overstekken op de verdiepingen tot die tijd tijdelijk worden onderstempeld. Hiervoor was een tijdelijke fundering nodig die voldoende sterk en stijf was. Na afstemming tussen constructeur, aannemer en staalbouwer is de keuze voor de tijdelijke ondersteuning, montagevolgorde en -wijze bepaald. Ook is in het montageplan meegenomen dat de linker en rechter overstek onder permanenten belasting met elkaar in evenwicht zijn. 

Bijzondere functionele aspecten van het bouwwerk
Dankzij de vele ramen, de vliesgevels en de biodynamische verlichting is het dag en nacht prettig werken in de Meldkamer. cepezed zocht naar een manier om het ‘command and control centre’, waar 24/7 telefoons rinkelen, zo open en licht mogelijk te maken. Kolommen zijn naar de gevels geschoven en in die gevel zijn ingenieus raamstroken ingepast zonder dat de zon het zicht op de computerschermen kan belemmeren. Aangrenzende ruimtes kunnen bij het vloerveld van het command and control centre worden getrokken. Vlakbij is een stiltekamer, waar telefonisten rust kunnen vinden met uitzicht op de bomen. 

De verdiepingenhoge entree geeft goed zicht op hoe het gebouw in elkaar zit. Constructief, omdat de dragende kolommen zo veel mogelijk in het zicht zijn gelaten, en qua routing, omdat de hal trap en verdiepingslounges direct aan de hoge hal grenzen. De kopse kanten van het kantoordeel zijn geheel van glas en er is zicht van de ene naar de andere kant, wat het makkelijk maakt om je te oriënteren. Binnen is de constructie is grotendeels zichtbaar passend bij het no-nonsense-karakter van het gebouw. Met strak laswerk en slimme, zorgvuldig gedetailleerde knopen is verdere afwerking onnodig; wat bespaart op materiaal en arbeid tijdens de bouw.

De oplopende taluds dragen samen met verhoogde trottoirbanden aan de achter gelegen entreezijde op een ontspannen landschappelijke ingepaste manier bij aan de vereiste beveiliging van het gebouw.

De laagbouw heeft een volledig vrije overspanning. Hier zit de meldkamer gevestigd, waar de telefoontjes binnenkomen en worden verwerkt. Het atrium bevat een mix van ontmoetings- en aanlandwerkplekken en verbindt de begane grond met de bovenste verdieping. De bovenbouw is voorzien van kantoor-en vergaderruimtes. Bij de uitkragingen is het bovenste deel ook volledig kolomvrij. Daarmee zijn de indeling en het gebruik optimaal flexibel.

Duurzaamheid

De duurzaamheidsaspecten zijn benoemd bij de projectinformatie.