Skip to main content
mouse

Bruggen, balustrades en noodtrappen Little C

Rotterdam

De balkon en brug-balustrades staan niet óp maar omvatten de betonnen balkon en brugdelen. Dit geeft het beeld van balkons en bruggen die uit één materiaal zijn gemaakt: staal.

Projectgegevens

Locatie G.J. de Jonghweg, 3015 GE Rotterdam, Rotterdam
Opdracht Era Contour en JP van Eesteren
Architectuur Ruud-Jan Kokke
Constructief Ontwerp Kokke Oosterbeek
Uitvoering JP van Eesteren, Gouda en Era Contour, Zoetermeer
Staalconstructie Wolter Tijdink Borculo

Algemene projectomschrijving

Little C is een nieuw woonwijk in het hart van Rotterdam tussen de Schie-sluizen en het Erasmus UMC in. Het complex bevat 15 gebouwen waarvan telkens drie gebouwen een lift en trappenhuis delen. Met bruggen zijn deze eenheden vervolgens verbonden. De woonlagen hebben veel buitenruimte in de vorm van loggia's en balkons. De meeste daken zijn gemeenschappelijke verblijfsruimtes beschermd door balustrades. Aan de gevels van de noord en oostzijde zijn noodtrappen gesitueerd. Voor het ontwerp van deze grote hoeveelheid stalen gevelelementen is een vormgever aangetrokken: Ruud-Jan Kokke.

 

Beschrijving staalconstructie en/of gebruik van staal

Staalonderdelen:

Bruggen: In het project zijn totaal 46 bruggen tussen de gebouwen geplaatst.

Balkons: voor de balkons, loggia's, Franse balkons en dakrand-balustrades is ruim 6 kilometer hekwerk vervaardigd.

Noodtrappen: aan de noord en oostgevel zijn 62 bordessen en steektrappen gemonteerd.

 

Bijzondere aspecten bouwkundig concept / ontwerp

Een bijzonder architectonisch element is het staal van de hekwerken, bruggen en noodtrappen aan de gevels. Dit geeft de wijk een stoere uitstraling. De ontwerper was integraal onderdeel van het designteam van Little C. Met zijn beeldtaal probeert de ontwerper een extra laag toe te voegen. Om het nieuwe complex zich thuis te laten voelen in zijn omgeving heeft de ontwerper gekeken naar staaltoepassingen in de omgeving van Litlle C:  Loyds haven is uit de tijd van de klinknageltechniek; de nieuwe Binnenweg is een middenstandsgebied met veel smeedwerk balkons; het veerhavengebied kenmerkt zich door plaatwerk en Jugendstil. Dit resulteerde in drie ontwerpvarianten die bijdragen aan een karakteristieke en stoere uitstraling van de wijk. Het staal versterkt het stoere karakter.

Hekwerk 'smeed': de reling aan de bovenzijde en de voetkap onder zijn gelaserd met een gaten patroon en vervolgens gekant. De massieve spijlen zijn gedrukt. Vervolgens worden de spijlen in de gaten geschoven tot een volledig hekwerk. Daarna worden de delen gefixeerd met een 'piklas' (een minimale las). De constructie van het hekwerk is al zo stevig dat alleen fixatie voldoende is voor een sterk hekwerk. Door de U-vormige leuning de ene keer naar binnen en de andere keer naar buiten te positioneren ontstaat variatie in de balkons. Ook zijn er meerdere varianten in de zetting van de spijlen gedaan. Vanuit hetzelfde hekwerk-princiepe ontstaat soms een rijker en dan weer een strakker beeld.

Hekwerk 'industrieel': de delen worden in het patroon gelaserd en 'gezet'. Het is vanaf de onderkant van de betonnen balkonplaat tot en met de reling één deel. Dit geeft het hekwerk voldoende stevigheid zodat een aparte leuningconstructie niet meer nodig is. De klinknagels zijn vertaald in een regelmatig gatenpatroon. Samen met de onderlinge bevestiging van balkonelementen met glanzende RVS verzonken inbusbouten, refereert dit aan de klinknagel techniek. Het patroon voor de balkons en balustrades lijkt op dat van de bruggen maar is deels gesneden vanuit de onregelmatige handschets (dus niet strak).

Hekwerk 'sier': de gelaserde delen hebben een kroontje dat doorsteekt in de reling in de vorm van een platte strip met ingelaserde sleuven. Doordat de balkons telkens andere breedtes hebben is de beëindiging van het patroon bij de hoeken telkens anders. Het opengesneden patroon bij de hoeken moet namelijk 'dicht' zijn voor de stevigheid. Dit dichtmaken van het patroon is dus steeds afhankelijk van de lengte en varieert derhalve. Per reeks is steeds een andere beëindiging ontworpen die leidt tot een grote variatie aan hoekbalusters.

Noodtrappen: Het ontwerp bestaat uit bordessen met daartussen steektrappen in steeds dezelfde richting. Om de trappen zo transparant mogelijk te houden is een uiterst lichte constructie ontworpen, met schragen afgesteund aan de gevels. Om ook de loopvlakken en traptreden transparant te houden is niet gekozen voor de standaard persroosters met een maas van 30x30. deze zijn vrij hoog waardoor ze vanuit een schuine stand ook een dicht oppervlak tonen. Uiteindelijk heeft ontwerper varkensroosters gevonden. Deze zijn van betonijzerstaf en in de andere richting van lage strips en daarmee zeer transparant vanuit alle gezichtspunten. Dit zorg er voor dat de geveltrappen als een soort voile tegen de gevels gedrapeerd zijn.

De balkon en brug-balustrades staan niet óp maar omvatten de betonnen balkon en brugdelen. Dit geeft het beeld van balkons en bruggen die uit één materiaal zijn gemaakt: staal.

Er worden geen balusters gebruikt, de hekwerken lopen van hoek tot hoek zonder onderbreking.

 

 

Bijzondere constructieve slimmigheden / detailleringen

De bruggen zijn visueel geplaatst op stalen brugdragers en soort stalen schoenen waar ze in liggen en zo zich verbinden met gebouwen.

 

Bijzondere aspecten uitvoering

Voor de veiligheid tijdens de montage is een systeem bedacht waardoor dit volledig van binnenuit gedaan kon worden.

 

Bijzondere functionele aspecten van het bouwwerk

De woongebouwen bestaan telkens uit drie units waarvan één met een stijgelement.  Via de bruggen kom je dus in de twee naastliggende gebouwen. dat scheel een hoop m2.