Skip to main content
Ruland + Partner Architekten bna, Jannes Linders mouse

Binnenpuien en trap kantoorgebouw NS-Reizigers

Roosendaal

Stalen, uit dunwandige strippen en hoekprofielen opgebouwde, puien en een trap met een forse trapboom zijn kenmerkende toevoegingen aan het grootschalige ‘ereherstel’ van een Rijksmonument.

Projectgegevens

Locatie Stationsplein, Roosendaal
Opdracht NS Stations, Utrecht
Architectuur Ruland + Partner Architekten, Amsterdam
Constructief Ontwerp ABR Adviesburo voor Bouwkonstrukties Roosendaal, Roosendaal
Uitvoering de Bonth van Hulten, Vlijmen
Staalconstructie Trappenfabriek Vermeulen (trap), Ettenleur

Algemene projectomschrijving

Stationsgebouw Roosendaal is een Rijksmonument, ontworpen door rijksbouwmeester D.E.C. Knuttel en spoorwegarchitect G.W. Heukelom en gebouwd in de periode 1905-'07. In 1944 is een deel van het gebouw, waaronder de oorspronkelijke entreehal, onherstelbaar beschadigd geraakt. De nieuwe invullingen zijn in 1949 in gebruik genomen naar ontwerp van architect S. van Ravesteyn. Het gebouw is een van de vijftig gebouwen uit ‘De Collectie’, een visie van NS en ProRail om cultuurhistorische stationsgebouwen te behouden en te moderniseren. Station Roosendaal wordt in fasen aangepakt, waarbij begonnen is met de kantoren van NS-Reizigers, regio Brabant Noord. NS-Reizigers is gevestigd in het lage bouwdeel (van Van Ravensteyn) en in het deel van de oorspronkelijke stationswoning van de stationschef. De directe aanleiding was de wens van de opdrachtgever om voorzieningen voor het rijdend personeel samen te voegen met de ondersteunende kantoordiensten. De oorspronkelijke structuur is in ere hersteld waarmee de monumentale waarde is behouden. Nieuwe indelingen en moderne technieken zijn passend ingevoegd. Kenmerken voor de nieuwe inrichting zijn de uit stalen strips samengestelde glazen puien en een nieuwe vrijstaande trap met een eenvoudig ogende buisconstructie en bamboetreden.

Beschrijving staalconstructie en/of gebruik van staal

De nieuwe binnenwanden staan evenwijdig aan de gevels als glazen puien waarin op strategische posities nieuwe ramen zijn opgenomen in de oorspronkelijke metselwerk .Voor een maximaal contrast tussen bestaande en nieuwe indelingen zijn deze puien en ramen minimaal gedetailleerd en samengesteld uit stalen strippen en hoekprofielen. Oorspronkelijk zijn de samengestelde puien ontworpen als staande puien op de verdiepingvloeren en ondergelegen wandconstructies. In de uitvoering bleek echter de situatie zowel bouwkundig als constructief af te wijken van oorspronkelijke tekeningen. Daarom zijn de puien constructief uitgevoerd als hangende puien.
De dikte van het stripstaal is 8 mm. Het glas is rondom gemonteerd met hoekprofieltjes 15x15 mm, bevestigd met verzonken schroeven. De puien op de zolderverdiepingen, die vanwege de hoogte zijn opgedeeld, zijn voorzien van ronde stalen buiskolommen Ø 48 die weer afsteunen tegen een stalen hulpconstructie (UNP), die is weggewerkt in een metal-stud koof boven de puien. De oorspronkelijke houten verdiepingvloeren bleken constructief niet geschikt om de extra belasting te dragen. De houten kapspanten daarentegen wel. Het UNP-profiel steunt af op de spanten en de gemetselde wanden. De puien zijn in het werk gemonteerd en geschilderd.
De nieuwe stalen trap in de ontmoetingsruimte op de begane grond is een geheel vrijstaande trap met twee tussenbordessen. De trap staat op een nieuwe betonnen fundatie, weggewerkt onder de bestaande vloer. Aan de bovenzijde is de trap afgesteund tegen de bestaande vloerbalk (moerbint).
De trapconstructie is een doorlopende stalen buis van Ø 273x36 mm om vervormingen, met name trillingen, minimaal te houden. De koppeling aan de bovenkant op de bestaande houten moerbalk is gerealiseerd met een in de vloer weggewerkte stalen strip en een UNP 80 die de krachten verdelen over de gehele vloer. De gelamineerde bamboe trap- en bordestreden zijn met deels in de trede verzonken samengestelde stalen trededragers bevestigd. De bordessen kragen uit op twee uit staalplaten samengestelde kokerprofielen. De hoofdconstructie is inclusief de ondersteuningen voor de treden in delen aangevoerd en in het werk opgebouwd. De gehele trap is na montage van de houten delen en de balustrade in het werk geschilderd.

Bijzondere aspecten bouwkundig concept / ontwerp

De oorspronkelijke vloerconstructies en plafonds zijn in zicht gebracht en gerestaureerd. Naar aanleiding van het historisch kleuronderzoek konden de oorspronkelijke interieur- en exterieurkleuren hersteld worden.
De klimaatinstallaties en leidingen liggen eveneens in het zicht en de systeemplafonds zijn uitgevoerd als tweezijdig vrij hangende plafondeilanden om de oude structuur zoveel mogelijk in tact te laten. De nieuwe installatieruimte is geplaatst in de zolderkap van het lage bouwdeel. Hiertoe is er een nieuwe verdiepingvloer gemaakt, boven de oorspronkelijke plafondhoogte. De vloeren en plafonds zijn zwevend uitgevoerd om geluid in de ondergelegen kantoorruimten tot een minimum te beperken.
In het exterieur is het metselwerk gereinigd en zijn beschadigingen hersteld. Dakgoten en dakafwerkingen zijn vernieuwd. Kozijnen, ramen en deuren zijn zoveel als mogelijk naar de oorspronkelijke indelingen hersteld en al het glas is vervangen door monumenten renovatieglas. De bestaande dakkapellen zijn eveneens naar oorspronkelijk beeld teruggebracht.

Bijzondere constructieve slimmigheden / detailleringen

Bijzondere aspecten uitvoering

Bijzondere functionele aspecten van het bouwwerk