Skip to main content
cepezed - Leon van Woerkom mouse

Atrium kantoorgebouw De Resident

Den Haag

De rijksoverheid krimpt in en richt zich in toenemende mate op moderne werk(plek)concepten geënt op ontmoeting, interactie en flexibiliteit. Onderdeel van de hervormingen hiertoe is de aanpak van kantoorcomplex De Resident naast station Den Haag Centraal. Het complex bestaat onder meer uit de gebouwen Helicon en Castalia, die met een totaaloppervlak van zo’n 55.000 m² respectievelijk veertien en twintig verdiepingen beslaan en in de jaren negentig zijn ontworpen door Soeters van Eldonk en de Amerikaanse architect Michael Graves.

Projectgegevens

Locatie Parnassusplein 5, Den Haag
Opdracht Rijksgebouwendienst, Den Haag
Architectuur cepezed, Delft
Constructief Ontwerp Antea Group, Heerenveen
Uitvoering Heijmans, Drachten
Staalconstructie Nelissen van Gerwen, Oss

Algemene projectomschrijving

De herinrichting is onder meer gericht op het mogelijk maken van verschillende manieren van werken. Op de onderste lagen zijn functies met een algemeen rijkskarakter als ontmoetingsplekken, aanlandplekken, vergaderruimten, een opleidingscentrum, bibliotheek, grand café en een restaurant verwezenlijkt. De verdiepingen daarboven hebben een transformatie ondergaan van cellenkantoren naar een open kantooromgeving met ruime werkvelden waarin zich op verschillende posities ruimten als concentratie- en overlegplekken bevinden. Ook is iedere verdieping voorzien van een eigen huiskamer.
De buitenruimte tussen de gebouwen Helicon en Castalia, het huidige Parnassusplein, heeft een overkapping gekregen en is het gezamenlijke, semi-openbare entreeatrium voor de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Het ruim zeventig meter lange en twintig meter hoge atrium heeft zo min mogelijk impact op de bestaande architectuur, maar is niettemin gericht op een geheel eigen beleving. Het is geconstrueerd uit achttien grote stalen portalen over een lengte van 70 m met daarop een glazen dak en aan de koppen transparante gevels voorzien van vijf meter hoge taatsdeuren die tevens fungeren als signing-elementen. De samengestelde portaalprofielen zijn uitgezet op een stramien van 3,6 m, hebben een diepte van maar liefst 1 m en zijn wit bekleed met stalen zetwerk en doekbespanning. Zij functioneren zo als coulissen die bij een zichtlijn overlangs een geheel eigen sfeer constitueren, maar bij een zichtlijn overhoeks goed zicht bieden op de oorspronkelijke bouw.
Het atrium bevat onder meer een publiek café, maar ook een groot ‘meubel’ van bijna veertig meter lang en vijf meter breed dat de verkeersstromen naar de twee torens alsmede de beveiligingszonering organiseert. Het heeft een staalconstructie bekleed met een solid surface composiet en bevat onder meer een glazen portiersloge en lift. Het dek is bekleed met hout en draagt een drietal grote bomen. Een consortium bestaand uit cepezed (atrium en algehele coördinatie), Hofman Dujardin Architects (interieur) en ingenieursbureau Antea Group (installaties, constructies, brandveiligheid en bouwfysica) maakten het ontwerp voor de modernisering.

Beschrijving staalconstructie en/of gebruik van staal

De belangrijkste aanpassing voor het constructief ontwerp bestaat uit het overkappen van het plein tussen Castalia en Helicon. Het atrium sluit aan op de daklijn rondom op de zesde verdieping. Binnen het atrium vormt het nieuw te plaatsen organisatiemeubel een belangrijk element in de ontsluiting van beide gebouwen.

Portalen
Een belangrijke gedachte die van invloed is op de afmetingen van de kolommen en dakliggers is de 'coulissenstructuur'. Vanwege dit concept bestaat de wens om de kolommen en dakliggers zo smal mogelijk uit te voeren, terwijl de 'profielhoogte' wel weer groot moet zijn. De portaalkolommen staan in de langsrichting van het atrium op een stramien van 3,6 m. De gehele constructie is zo uitgevoerd dat de lasten van het glasdak niet worden afgedragen op de bestaande gebouwen.
Boven de portalen bevindt zich een secundaire staalconstructie op afschot. Op dit raster van stalen kokerprofielen, dat tevens bijdraagt aan de stabiliteit van gehele constructie, is het glasdak gemonteerd. De randen van het glasdak reiken over de daken van bestaande gebouwen. Daardoor zijn ingewikkeld aansluitdetails vermeden en is van onderaf de beëindiging van het dak niet zichtbaar. De afwatering vindt plaats via het bestaande dak van Castalia.

De volgende factoren liggen ten grondslag aan de keuze voor een stalen constructie:
• grote hoogte van het atrium in combinatie met de wens naar een slanke kolommen;
• lichte constructie is wenselijk vanwege lastige aan- en afvoer van materialen;
• de stalen portalen zijn goed in het werk te monteren, eveneens vanwege de lastige aanvoer van materialen.

Er is gekozen voor een samengestelde portaalkolom (vierendeelligger) met een constructieve breedte van 100 mm. De 'profielhoogte' volgt uit esthetische overwegingen en bedraagt 1000 mm. De stabiliteit van het atrium wordt ontleend aan de koppelingen op de vierde verdieping en het dakniveau (6e verdieping) aan de naastgelegen bouw. Aan één lange zijde (Castalia) en één korte zijde (Zwarteweg) wordt het gebouw star gekoppeld. De andere zijde is glijdend uitgevoerd zodat Helicon en Castalia afzonderlijk horizontaal kunnen blijven vervormen.

Dak atriumkap
De dakliggers zijn op dezelfde manier opgebouwd met een middenkoker en een koker als boven- en onderregel; door verbindingen tussen de kokers te maken ontstaat een vierendeelligger. Bij de dimensionering van de dakliggers (en glasplaten) is rekening gehouden met een verhoogde sneeuwbelasting door opwaaien en afglijden van sneeuw van de naastgelegen gebouwen, als ook een opwaartse windbelasting op het dakvlak. Door de grote hoogte van het atrium en de zeer smalle kolommen en liggers waren kip en knik belangrijke ontwerpvariabelen. De portaalkolommen worden elke twee bouwlagen in langsrichting gesteund door een kokerprofiel. Dit kokerprofiel is momentvast gekoppeld aan de portaalkolom zodat ook een eventuele torsie van de kolom voorkomen wordt. De dakconstructie staat los van de portalen om een zekere maatafwijking in de bouw op te kunnen vangen.

Organisatiemeubel
Het meubel is een paviljoenachtig object midden in het atrium dat de loopstromen van bezoekers en passanten organiseert. Aan een zijde langs het meubel loopt de openbare route, aan de andere zijde worden bezoekers van de ministeries naar de beveiligingspoortjes geleid. In het meubel bevinden zich de portiersloge en de lift. De constructie is een stalen raamwerk met een viertal kolommen in de middellijn; de twee bruggen en de lift dragen bij aan de stabiliteit. De balken zijn zodanig hoog dat er ruimte is voor het grondpakket van de drie bomen. De randen zijn smaller voor een slank uiterlijk. De constructie is voldoende sterk dat het de bomen kan dragen, maar tegelijkertijd zijn de kolommen met een diameter van 355 mm slank om de doorloop het plein vrij te houden.

Meubeltrap
De trap in het meubel is nauwkeurig en met minimale toleranties ontworpen en uitgevoerd. De trapboom zit ingeklemd tussen de constructiebalk en de gevelplaat en is bevestigd met verzonken bouten. De glazen balustrade is naadloos ingeklemd tussen de stalen platen van de trapboom. In het meubel zijn onder meer de portiersloge en een lift ondergebracht. Het beloopbare dek is bekleed met hout, draagt drie grote bomen en vormt een verbinding tussen de gebouwen. Het sluit aan op de onderste lagen van de bestaande bouw, die met een algemeen programma met diverse gedeelde functies is geactiveerd.

Kopgevels
Aan de uiteinden van het atrium staan twee nieuwe vliesgevels. Aan de entreezijde aan de Zwarteweg ligt deze gevel terug ten opzichte van de bestaande façade. De staalconstructie van de vliesgevel heeft uit acht stijlen. Die zijn samengesteld uit staalplaat, meten in doorsnede 350x100 mm en zijn evenals de atriumportalen aan de kopse kant zo slank mogelijk gedimensioneerd voor een vrije doorgang.

Routing brug
Ook is boven de entree is een derde brug toegevoegd zodat met de bruggen van het meubel een circuit op de eerste verdieping ontstaat. De brug is een lichte, transparante constructie die voor de kopgevel loopt. De constructie van de brug bestaat uit een stalen I-profiel over de gehele bruglengte en consoles die met een verborgen momentvaste verbinding aan de acht gevelstijlen zijn bevestigd.

Bijzondere aspecten bouwkundig concept / ontwerp

Zowel de portalen, kopgevels als het meubel zijn geheel constructief 3D berekend en uitgewerkt.

Bijzondere constructieve slimmigheden / detailleringen

De brandwerendheid van de overkapping is op basis van gelijkwaardigheid aangetoond. De overkapping kent geen brandwerendheidseis ten gevolge van bezwijken voor de hoofddraagconstructie. Het overkapte plein maakt echter onderdeel uit van een vluchtroute en moet daarmee een weerstand hebben van 30 minuten. Voor de slanke constructie zou dit alleen te realiseren zijn met bouwkundig bekleden of brandwerend schilderen. Een enorme kostenpost met mogelijk esthetische gevolgen voor het coulisseneffect. Voor het project is voor een drietal brandsituaties CFD-berekeningen uitgevoerd. Daarmee is aangetoond dat de temperaturen in het atrium onder de kritische staaltemperatuur blijft en dat daarmee geen extra brandwerende voorzieningen nodig zijn. Kortom: de constructie is zonder aanvullende voorzieningen 30 minuten brandwerend.

Bijzondere aspecten uitvoering

Voor de montage van de staalconstructie is gebruik gemaakt van een mobiele kraan. De gestorte vloer op palen is berekend op deze belastingen en de kraan kon het plein bereiken via de (krappe) doorgang aan de Zwarteweg. De spanten zijn in delen van ± acht meter aangevoerd en op het plein geassembleerd.

Bijzondere functionele aspecten van het bouwwerk