Algemene projectomschrijving
KWR Watercycle Research Institute is een gerenommeerd onderzoeksinstituut op het gebied van water en watercycli dat kennis ontwikkelt en ontsluit voor organisaties als drinkwaterbedrijven, waterschappen, overheden en de industrie. De nieuwbouw is gerealiseerd op de groene vestigingslocatie aan de Groningenhaven in Nieuwegein, pal achter de voormalige huisvesting die verouderd was en niet meer voldeed aan de eisen van deze tijd. Het ontwerp is sterk verweven met het omliggende landschap. Het gebouw is ruim een meter boven het maaiveld opgetild en vormt een open, licht en transparant paviljoen op een plateau. Voor een aangename buitenruimte en een effectieve zonwering is aan de bovenzijde voorzien een brede luifel geprojecteerd. Het gebouw is grotendeels van glas voor een optimale verbinding met de omgeving. De structuur bestaat voor een belangrijk deel uit twee generieke beuken met een diepte van twaalf meter. Deze hebben geen dragende wanden en een bruto verdiepingshoogte van vier meter. Dit maakt elke denkbare combinatie mogelijk van laboratoria, kantoren en gedeelde functies als overlegplekken, stilteruimten, brainstormruimten, overlegruimten, projectteamruimten et cetera. De beuken staan met elkaar in verbinding via doorgangen en loopbruggen.
Tussen de beuken vormt een atrium met zaagtanddak het kloppend hart van het gebouw: een plek om te werken, overleggen, koffiedrinken en te eten in het restaurant. Aan weerszijden van het atrium, langs de trappen, stroomt water door goten naar beneden. Het sheddak van glas en staal is voorzien van zonnepanelen. Bovenaan eindigt het atrium als buitenterras te midden van een groene sedumdakbedekking.
De parkeerplaatsen zijn vrij in het groen gelegen, zodat medewerkers iedere morgen een kleine wandeling door het landschap naar het gebouw maken. Het ontwerp is voorzien van een integrale duurzaamheidsmaatregelen die passen bij KWR en dan ook deels gericht zijn op een optimale waterhuishouding.
Beschrijving staalconstructie en/of gebruik van staal
Met beglazing van de vloer tot aan de dakranden opent het gebouw van twee verdiepingen zich naar het omringende landschap, terwijl een doorlopende veranda vijftig centimeter boven de grond de illusie maakt van een zwevend gebouw. Het uitkragende glazen dak overschaduwt de gevels en definieert de bovenrand van het gebouw. In de lengterichting is het gebouw opgedeeld in drie zones: de zones aan beide lange zijden bieden maximale flexibiliteit door de onafgebroken overspanning van twaalf meter en de verdiepingshoogte van vier meter. Tussen deze zones in bevindt zich een centrale hal van zeventien meter breed met meerdere niveaus. Deze hal vormt het ruimtelijke en functionele centrum van het instituut.
Structuur
Het vloerplan van het gebouw is een rechthoek van 82,2x40,8 m. Beide secties van twee verdiepingen zijn langs de lange zijde ondersteund door een reeks stalen kolommen. Aan de buitengevel staan rechthoekige kolommen op 1,8 m van elkaar, terwijl de ronde kolommen binnenin het gebouw op tweemaal deze afstand van elkaar staan. Prefab kanaalplaten, 32 cm dik, vormen het plafond. Op deze platen is een betonnen druklaag en een afwerkvloer aangebracht en dit overspant twaalf meter.
Bijzondere aspecten bouwkundig concept / ontwerp
Vier trappenhuizen, geplaatst in paren aan weerszijden van het gebouw, geven stabiliteit aan het gebouw in beide richtingen. Deze stabiliteitskernen bestaan uit gelaste rechthoekige profielen (kolommen en stabiliteitsschoren) en THQ-liggers. De verdieping- en dakvloer verzorgen de schijfwerking en dragen de horizontale belasting over op de stabiliteitskernen.
Bijzondere constructieve slimmigheden / detailleringen
De gevelkolommen zijn 200x100 mm stalen kokerprofielen. Deze zijn met name ontworpen om de verticale belasting te dragen met geringe vervorming. Bepaald is dat de maximale doorbuiging van de profielen onder windbelasting niet groter is dan l/1000 om te voorkomen dat het glas breek. De vereiste brandwerendheid is bepalend geweest voor de huidige dikte van de profielen: 12,5 mm. De gevelkolommen aan de korte gevels van het gebouw zijn twee keer zo lang als de andere kolommen. Om de vereiste stijfheid te halen onder windbelasting zijn de afmetingen van de profielen 250x150 mm. De wanddikte van de ronde kolommen is 16 mm, eveneens bepaald op de excentrische belasting van de kanaalplaten.
Sheddak en de overhangende glazen dakrand
De centrale open ruimte is overdekt door een sheddak (zaagtanddak) met een overspanning van bijna zeventien meter. De ondoorzichtige schuine dakdelen zijn bekleed met trapeziumvormige staalplaten en verstevigd met platte stalen banden. De schuine delen zijn bedekt met zonnepanelen. Het verticale deel is voorzien van glas en is ontworpen als een vierendeel ligger. De vierdendeelliggers zijn opgebouwd uit rechthoekige kokerprofiel van 150x250 mm. De oriëntatie van de glazen overkapping is aangepast aan de positie van de zon: aan de zuid- en westzijden (de zonzijden) zijn de uitkragende liggers drie meter lang, terwijl deze aan de andere zijden slechts anderhalve meter lang zijn. De glazen panelen rusten op 12 mm T-vormige stalen profielen. De stabiliteit wordt verzorgd door de T-profielen onderling te koppelen met een ronde buis van 50 mm doorsnede en diagonalen van spankabels.
Integratie van lunchinstallaties
De betonvloeren bestaan uit kanaalplaten. De kanalen in deze platen worden gebruikt voor ventilatielucht. In het verlengde van de kanalen in de vloerplaten zijn in de randliggers (stalen kokerprofielen) gaten gemaakt waarmee het ventilatiekanaal doorgezet wordt tot aan de gevel.
Bijzondere aspecten uitvoering
Bijzondere functionele aspecten van het bouwwerk
Het gebouw heeft een efficiënte, heldere structuur met kantoren en laboratoria die gemakkelijk in elkaar te veranderen en dus in een veelheid van configuraties te ordenen en organiseren zijn. De openheid en transparantie dragen bij aan een sterke relatie tussen de uiteenlopende plekken en functies in het gebouw, alsmede aan een verbondenheid met de groene omgeving. Ook zorgen zij voor maximaal daglichttoetreding. De getrapte en met daglichtovergoten atriumvloer vormt een vanzelfsprekende, centrale plek voor samenkomst. Meer nog dan gedacht en gehoopt is de ruimte veelvuldig in gebruik en draagt zij belangrijk bij aan de algehele ambiance van interactie, samenwerking en sociale cohesie.
Het nieuwe KWR kent daarnaast tal van innovatieve maatregelen die deels direct aansluiten op het vlak van water, watertechnologie en ecologie en het gebouw op die manier tevens showcase van de gebruiker maken. Zo loopt langs weerszijden van de atriumvloer een waterbaan die bijdraagt aan het KWR-imago en een goede vochthuishouding.