Algemene projectomschrijving
Het project ‘N231 Bosrandbrug’ omvat de vervanging van twee bestaande, beweegbare verbindingen voor gemotoriseerd en langzaam verkeer tussen de Bosrandweg (N231) en de Schipholdijk. Daarnaast bestaat het project uit het vergroten van de capaciteit van de Bosrandweg tussen de kruising met de Fokkerweg en de rotonde, het vergroten van de doorvaarbreedte met oog op de ligging in een bocht van de Ringvaart, en het opheffen van een barrière in een plaatselijke ecologische verbinding. Gezien het belang van de oeververbinding is gekozen voor een brug met twee beweegbare delen zodat tijdens groot onderhoud één brug in gebruik kan blijven. In de Bosrandweg is hiertoe een doorsteek aangebracht. De opdracht beslaat behalve het architectonisch ontwerp en het engineeringproces (van pve tot en met bestek en back-office) ook zeven multicriteria-analyses voor: hergebruik remmingwerken, type en uitvoering aandrijfwerk, optimalisatie doorvaarthoogte versus constructiehoogte aanbruggen, funderingsmethodiek, conserveren versus metalliseren en het al of niet toepassen van een vastzetinrichting. Ook is een instandhoudingsplan voor 30 jaar opgesteld.
Beschrijving staalconstructie en/of gebruik van staal
Het brugdek is een orthotroop wegdek, een gesloten stalen dek (18 mm) aan de onderzijde voorzien van aangelaste trogvormige verstijvingen en hoofdliggers en dwarsdragers, hier uitgevoerd als samengestelde, omgekeerde T- liggers. De troggen worden door de dwarsdragers gevoerd waardoor een hogere vermoeiingspanning op de lasverbindingen toelaatbaar is.
De bruggen zijn grotendeels voorzien van een langszeeg. Aansluitend aan de zijde van de achterhar (scharnierpunt) gaat de langszeeg over in een langshelling. Hiermee ontstaat een hoogteverschil 60-70 mm tussen de boogtop en achterhar en voorhar. Dit is voldoende voor de afwatering. De onderzijde van de hoofd- en dwarsliggers zijn horizontaal. De onderzijde van de consoles sluit aan op de onderflens van de hoofdliggers die ongeveer 18,5 m overspannen.
De draaipunten (in pijler) zijn niet naast het brugdek geplaatst, vanwege de dan optredende grote vervormingen door de onderlinge afstand van 20 m (bij de brede brug). In dwarsrichting kan het dek dan namelijk flink opbollen bij hoge temperaturen, waardoor te grote hoogteverschillen ontstaan tussen brug en landhoofd bij de voegovergangen. Daarom is de draaipuntafstand 11 m voor de brede brug en 6 m voor de smalle. De draaipuntconstructies zijn voor onderhoudswerkzaamheden ook bij een gesloten brug (vanaf de zijkant) bereikbaar. Onder de voordwarsdrager zijn twee opleggingen aangebracht. Hierdoor is er minder hinder door hoogteverschillen als gevolg van temperatuurbelasting. De dwarsdragerconsoles bij de hangstangen en cilinderbevestigingen zijn kokervormig om de wisselende en roterende belastingen (bij openen val) op te nemen.
De hameistijlen zijn kokers, de middelste is een ‘gecombineerde’ hameitoren. De hameistijlen zijn voorzien van toegangsdeuren en doorvoeropeningen voor de cilinders. De bovenzijde van de hameistijlen zijn luchtdicht afgesloten, zodat conservering/onderhoud aan de binnenzijde niet nodig is. De hameistijlen zijn bevestigd op de onderbouw met 1 m lange voorspanankers, die aan de binnenzijde zijn geplaatst om ze te behoeden voor weersinvloeden. Om de belastingen uit de balansen goed af te dragen is op de middelste hameistijl een dwarsbalk met verstijvingen geplaatst tussen de wangplaten. Op de buitenste hameistijlen is dit niet nodig omdat de dikke wangplaten daar direct op de huidplaten van de hameistijlen aansluiten. De aandrijving, vier hydraulische cilinders, is zoveel mogelijk in de hameistijlen weggewerkt. In het landhoofd is onder het dek een technische ruimte gebouwd voor de hydraulische aggregaten en elektrotechnische besturingsinstallatie. De nieuwe brug wordt op afstand bediend vanuit de nabijgelegen Schipholdraaibrug.
Bijzondere aspecten bouwkundig concept / ontwerp
De nieuwe, dubbele stalen ophaalbrug ligt naast de in aanbouw zijnde fly-over bij de Fokkerweg waarmee een sterke vormrelatie wordt aangegaan, onder meer in de enkelvoudige kromming van de hameistijlen en balanspriemen en in enkele details, zoals het leuningwerk. Door de donkergrijze kleur aan de onderzijde van de balanspriemen ontstaat duidelijk onderscheid met de hameistijl. Het ‘spel’ tussen deze structuren wordt benadrukt door twee gelijk gedetailleerde ‘afgeronde’ vlakken die in open stand nader tot elkaar toekomen.
Bijzondere constructieve slimmigheden / detailleringen
Alle stalen onderdelen van de brug zijn gealuminiseerd en met de hoogst mogelijke vlakheidseisen geproduceerd. Momenteel functioneert de brug vrijwel storingsvrij en wordt op afstand bedient. Daardoor is de brug ook van allerlei technische zaken voorzien zoals intercom voor scheepvaart, aanvaardetectie, speakers, speciale verlichting, beweegbare camera's. Deze zaken zijn zoveel mogelijk gecombineerd in één mast.
Bijzondere aspecten uitvoering
Om de totale bouw- en verkeershinder, en de kosten voor tijdelijke verkeers- en bereikbaarheidsmaatregelen voor de omgeving te beperken, is besloten om de bouw van de Bosrandbrug te combineren met die van de naastgelegen fly-over Fokkerweg.
Van de brug zijn onder andere de fundering, het betonwerk en de remmingwerken op locatie gebouwd. Voor het betonwerk van de pijlers was het voordeel dat in de nieuwe situatie de doorvaart vier meter breder was dan de oude situatie. Door deze bredere doorvaart kon het betonwerk aan weerszijden van de doorvaart gelijktijdig worden uitgevoerd zonder hinder voor het scheepvaartverkeer. Alleen voor het plaatsen van de stalen beweegbare dekken en de balanspriemen is een stremming noodzakelijk geweest van 48 uur.
De stalen bovenbouw en de beide beweegbare brugdelen zijn in de fabriek te Vlissingen gefabriceerd en per boot over water aangevoerd. Alle onderdelen zijn volledig zonder laswerkzaamheden op de bouw gemonteerd.
Bijzondere functionele aspecten van het bouwwerk
De nieuwe brug is toekomstbestendig, het heeft vijf rijstroken met een fietspad gekregen in plaats van drie rijstroken met een gescheiden fietspad, zoals in de oude situatie. Daarnaast is de doorvaart verbreed, zodat de nieuwe brug een betere scheepvaartcapaciteit heeft. De nieuwe brug levert een belangrijke bijdrage aan de omlegging van de N201: de scheiding van het lokale en het doorgaande verkeer, om zo de bereikbaarheid van het gebied in zijn geheel te verbeteren.