Skip to main content
BASE Photography – Helmond mouse

Renovatie en transformatie ‘t Karregat

Eindhoven

Nieuw leven voor ’t Karregat. De idealen van toen vormgegeven met de huidige functionaliteiten en technieken.

Projectgegevens

Locatie Urkhovenseweg 6, Eindhoven
Opdracht Gemeente Eindhoven, sector Grond en Vastgoed, Eindhoven
Architectuur diederendirrix i.s.m. architecten|en|en (Paul Diederen, Arie van Rangelrooy, Frans Benjamins, Thijs Kieboom, Marco de Groot, Paul Muselaers), Eindhoven
Constructief Ontwerp ABT, Velp
Uitvoering Burgland Bouw, Dodewaard
Staalconstructie zie aannemer

Algemene projectomschrijving

’t Karregat is een van de eerste multifunctionele centra in Nederland, ontworpen door architect Frank van Klingeren in 1973. Onder een groot doorlopend dak, gedragen door een aansprekende constructie van stalen paraplu’s, liet hij vrije ruimte zonder tussenwanden voor winkels, basisscholen, een gymzaal en een buurtcentrum. Het gebouw in de wijk Herzenbroeken in Eindhoven kreeg uitgebreide internationale aandacht, maar de experimentele opzet heeft nooit goed gefunctioneerd.
Diederendirrix architecten & architecten|en|en maken de inmiddels dichtgeslibde ruimte opnieuw fris en functioneel, met respect voor het oorspronkelijke ontwerp. De bijzondere parapluconstructies pakken we in met transparante panelen, waardoor daglicht kan binnenvallen in de ruimte en klimatologische problemen en stofoverlast zijn opgelost. Een nieuw binnenwandsysteem met dichte en transparante panelen, dat kan worden aangesloten op de staalconstructie, zorgt voor een heldere indeling.
In 2015 is een deel van ’t Karregat door ons verbouwd, met ruimte voor de school met kinderdagverblijf en enkele wijkvoorzieningen. Samen met de school proberen wij de gemeente en de andere gebruikers te enthousiasmeren om ook het resterende deel van het gebouw onder handen te nemen.

Beschrijving staalconstructie en/of gebruik van staal

De oorspronkelijke ranke stalen constructie van ’t Karregat etaleert de achtergrond van Van Klingeren als constructeur. De soberheid en doelmatigheid van de constructie was voor een deel ingegeven door het budget, zodat een forse overspanning kon worden gemaakt met zo min mogelijk materiaal. De zogenaamde paraplu-constructie bestaat uit een samengestelde middenkolom van vier HEB-profielen. Aan elke kolom is op een derde van de hoogte vanaf de vloer een uitkragende taps toelopende constructie gebout. Vanaf het uiteinde van elke uitkraging loopt een staalprofiel terug naar de samengestelde middenkolom. Tussen de uitkraging van de paraplu’s zijn stalen vakwerkliggertjes bevestigd met daarop de houten balklaag van het dichte dak. De transparante kap van de 36 identieke paraplu-constructies laat licht toe onder het dichte dak en benadrukt het slanke open ontwerp. Ook het verwarmingssysteem was aanvankelijk in de paraplu’s verwerkt.

Het vernieuwde gebruik van het gebouw vroeg om een serieuze verbetering van de bouwfysische kwaliteiten, waardoor we het dak en de paraplu’s moesten isoleren. Door het nieuwe, zwaardere dakpakket, voldeden de liggers ook niet meer aan de constructieve eisen. We zochten in samenwerking met constructief adviseur ABT een oplossing waardoor het karakteristieke beeld van de stalen paraplu’s met de ranke vakwerkliggers intact bleef. We herstelden de constructie waar nodig en verstevigden de vakwerkliggers met een zo onzichtbaar mogelijke ingreep, door op enkele strategische plekken een strip te lassen aan een bestaande schuine staaf (zie bijgevoegd detail). De kap van de stalen paraplu’s voorzagen wij van translucente kunststof panelen. Zo blijven de paraplu’s zichtbaar en laten ze het daglicht binnenvallen, terwijl zonlicht wordt gefilterd en de temperatuur niet teveel oploopt. De gewaardeerde kwaliteiten van de constructie zijn ook het uitgangspunt voor de herontwikkeling: de grote overspanning met een stramienmaat van 14,4 bij 14,4 m, de grote hoogte (5,5 m) en het inpandig daglicht.

Kunstenaar Pierre van Soest (1930-2001) ontwierp de oorspronkelijke kleurstelling van de stalen paraplu’s. Een bonte verzameling verzadigde kleuren stak af tegen de grijze vloer, blank houten wanden en dak en verzinkte stalen vakwerkliggers. Het diagonaal gegroepeerde kleurschema volgde de richting van de uitkragende constructie van de paraplu’s en versterkte de beleving van de ruimte onder het gemeenschappelijke dak. Susan Fischer deed kleuronderzoek zodat we het originele kleurenpalet konden terugbrengen. Andere kleurkeuzes voor het gebouw sluiten hierbij aan.

Bijzondere aspecten bouwkundig concept / ontwerp

Na jarenlange verloedering was wijkcentrum ’t Karregat toe aan een flinke opfrisbeurt. Het oorspronkelijke open plan van Frank van Klingeren was langzaam dichtgeslibd tot een introvert en gesloten geheel. Het plan was ooit toonbeeld van een nieuwe maakbare collectiviteit, maar het volledige gebrek aan scheidingen tussen de gebruikers als scholen en winkels bleek al snel niet te werken. Diederendirrix architecten & architecten|en|en stonden voor de moeilijke opdracht het complex nieuw leven in te blazen. Hoe ga je als architect om met een gebouw dat ooit vanuit een zeer sterke visie is gebouwd, die echter nooit goed heeft gefunctioneerd? Hoe ga je respectvol om met de kwaliteiten van het gebouw en maak je tegelijkertijd een functioneel gebouw voor de gebruikers?

Wij hebben met eenvoudige uitgangspunten een oplossing geformuleerd voor de complexe opgave. We herstellen en verduurzamen de bestaande vloer, de bestaande stalen draagconstructie en het bestaande houten dak. Aan deze originele basis van het ontwerp van Van Klingeren voegen we nieuwe binnen- en buitenwanden toe. We ontwikkelden een binnenwandsysteem met dichte en transparante delen met gedegen aansluitingen op de draagconstructie en het houten dak. Wij ontwierpen een nieuwe heldere indeling voor het gebouw met enkele duidelijke entrees en een nieuwe transparante gevel. Met onze aanpak behouden wij de waardevolle structuur. De nieuwe, respectvolle aanpassingen laten het gebouw opnieuw functioneren en brengen een fraaie, open uitstraling terug. Het hergebruik van de stalen constructie levert een duurzame oplossing, waarbij we de GPR-module gebruikten om integraal milieubesparende en onderhoudsvriendelijke ontwerpkeuzes te maken. Maar ons herontwerp levert ook een duurzame oplossing wat betreft de culturele waarde en de betekenis voor de wijk en stad.

Bijzondere constructieve slimmigheden / detailleringen

De stalen constructie en het immense dakvlak herstelden we in oude staat. Van Klingeren had in zijn ontwerp geen rekening gehouden met het plaatsen van binnenwanden. Door de jaren heen zijn door gebruikers met diverse materialen en op allerlei manieren binnenwanden geplaatst. Voortkomende aansluitproblemen van de wanden op de staalconstructie zijn uiterst pragmatisch opgelost. Wij deden uitgebreid onderzoek naar hoe in de bestaande stramienstructuur van het gebouw binnenwanden kunnen worden toegevoegd. Een goede aansluiting op de stalen paraplu-constructie is cruciaal om tot een kwaliteitsvolle oplossing en een nieuwe gedegen plattegrond te komen.

Wij bekleedden de hele stalen paraplu-constructie aan de buitenkant met kunststof panelen en onder het dak met glas. Het inpakken van de constructie voorkomt stofoverlast, koudeval en warmte-overlast, en laat tegelijkertijd daglicht binnenvallen. De paraplu’s werken als lantaarns met elk een andere kleur. In samenwerking met TGM uit Asten ontwierpen we een kozijnsysteem om het glas te laten aansluiten op de staalconstructie. De binnenzijde van de paraplu is toegankelijk via een luik. Aan de bovenzijde zijn ventilatiespleten opgenomen, zodat de temperatuur in de paraplu beheersbaar blijft. De detaillering is zodanig dat op de kozijnen ook een binnenwand kan worden aangesloten (zie bijgevoegd detail).

Onder het dak maakten we nieuwe ruimtes met een uniform binnenwandsysteem. Waar het moet vulden we dit met dichte grijze wandpanelen, waar het kan met open glazen stroken. Het binnenwandsysteem sluit zorgvuldig aan op de paraplu-constructie. De binnenwanden van glas en de met glas beklede paraplu-constructies maken doorkijken naar een andere ruimte mogelijk. De afzonderlijke ruimtes hebben een maximale openheid en staan in contact met elkaar.

Bijzondere aspecten uitvoering

Sinds 2010 zijn de omvang van de functies en ambities van de gebruikers van ’t Karregat aan verandering onderhevig. Tot het programma van eisen behoorde in eerste instantie een nieuwe sportzaal volgens de eisen van het NOC*NSF, een bibliotheek en een supermarkt. Langzaamaan werd het programma uitgekleed. Een sportzaal volgens de strenge eisen past op geen enkele manier in de bestaande structuur. Door een reorganisatie zijn de nevenvestigingen van de centrale bibliotheek in de verschillende wijken opgeheven en in 2013 haakte ook de supermarkt af. Zij wilden niet meewerken aan de vernieuwing van het pand. Dit was voor de gemeente het teken om het hele project af te blazen.

Nieuwbouw voor de school met een kinderdagverblijf en enkele wijkvoorzieningen leek op dat moment veel eenvoudiger en goedkoper. Samen met de onderwijsinstellingen hebben wij als ontwerpteam gepleit om ’t Karregat te behouden. De betekenis van het gebouw voor de wijk is groot. De geschiedenis van het gebouw is de geschiedenis van de wijk. Uiteindelijk hebben we samen de gemeente overtuigd en nam zij de moedige beslissing om slechts de helft van ’t Karregat aan te pakken.

De ruimte van de voormalige bibliotheek bestemden wij als winkelruimte en deze wordt net als de overige commerciële voorzieningen voorlopig niet aangepakt. Ook het bescheiden buurtontmoetingscentrum wordt niet gerealiseerd. De oude gymzaal knappen we minimaal op. De school en het kinderdagverblijf hebben wij wel volledig vernieuwd, maar ook dat plan is deels aangepast. Het slechts half aanpakken van het gebouw en het feit dat een deel moest blijven functioneren, maakte de uitvoering complex. Ook de verhuisbewegingen van de school vereisten een strakke planning.

Bij de heropening van ’t Karregat in het najaar van 2015 is het gebouw opnieuw niet af. In 1973 was het onaffe gebouw een basis om een gemeenschap tot ontplooien te brengen. De nu uitgevoerde verbouwing toont aan hoe een grondige opfrissing het gebouw opnieuw klaar kan maken voor de toekomst. Functies hebben een eigen ruimte, terwijl we toch de geest van het oorspronkelijke plan respecteren. Leerlingen, ouders, leerkrachten en bestuur van school en het kinderdagverblijf zijn dan ook zeer tevreden met de vernieuwing. Ons systeem voor aanpak is nu ontwikkeld en beproefd met een fris en functioneel resultaat. Het kan eenvoudig ook op de andere delen worden toegepast. Samen met de school proberen wij de gemeente en de andere gebruikers te enthousiasmeren om ook het resterende deel van het gebouw onder handen te nemen.

Bijzondere functionele aspecten van het bouwwerk

De bestaande functies in ’t Karregat blijven min of meer gehandhaafd. Onder het dak situeren we de oude functies in ons nieuwe plan ook min of meer dezelfde plek. De onderwijsvoorzieningen aan de oost- en zuidzijde, de winkels aan de westzijde en de buurtvoorzieningen aan de noordzijde. Aan het begin van het ontwerpproces was al duidelijk dat de wijk geen behoefte meer had aan een grote multifunctionele ruimte. De ‘kuil’ werd al jaren niet meer gebruikt en het draagvlak in de wijk was te klein om een nieuwe organisatie op te zetten. De geplande kleinschalige buurtfaciliteiten zijn qua omvang en gebruik te klein en te beperkt om als middelpunt van het wijkgebouw te dienen. Het oppervlak aan publieke functies is door deze aanpassing drastisch verminderd.

Ter plekke van de voormalige ‘kuil’ verwijderden wij een deel van het dichte dakvlak en lieten wij twee paraplu-constructies onbekleed. Het nieuwe middelpunt van het gebouw is in ons ontwerp geen overdekte buitenruimte meer, maar een onoverdekte binnenruimte: een patio. De school, de peuterspeelzaal, de gymzaal en een (relatief bescheiden) buurtontmoetingsplek omsluiten de patio. Zij kunnen de buitenruimte naar eigen wens gebruiken. Door de patio is het nu ook mogelijk om alle functies een plek met daglicht te geven.

Wij maakten een helder entreegebied in het gebouw met aan de noordkant een prominente entree voor automobilisten en aan de zuidkant voor voetgangers en fietsers. Vanuit dit gebied zijn alle functies in het gebouw bereikbaar. Aan de noord-, zuid- en oostkant van het gebouw hebben de school en de peuterspeelzaal een aantal informele ingangen aan de kiss-and-ride-zone en parkzijde. Het park dient ook als speelplein voor de schoolkinderen en is rechtstreeks vanuit een groot aantal klaslokalen bereikbaar.

Van Klingeren zat ernaast met zijn maakbaarheidsprincipes, maar hij ontwierp een gebouw dat grote kwaliteiten heeft en tot de dag van vandaag aanpassingen assimileert. Wij hebben het gebouw aan-gevuld met nieuwe bouwkundige elementen, onder het bestaande dak met de bijzondere stalen con-structie. Het nieuwe systeem van binnenwanden en gevelpuien maakt aanpassingen en uitbreiding eenvoudig mogelijk in de toekomst. De halve herontwikkeling past bij deze aanpak en is de eerste stap in onze langdurige betrokkenheid met het gebouw.

Als architecten hebben wij bij de restauratie en renovatie van ’t Karregat gezocht naar het meest haal-bare plan, dat architectonische kwaliteit combineert met functionaliteit, voor nu en in de toekomst. Samen met gebruikers zoeken naar optimale ontwerpoplossingen en een goede realisatiestrategie waarin de culturele, economische en maatschappelijke context tot hun recht komen, is nu de taak van de architect. Haalbaarheid wordt vaak afgedaan als niet-ideologisch en oninteressant, maar het vereist juist een sterke moraliteit en een holistische blik om tot een goed resultaat te komen.