Algemene projectomschrijving
IJsbaan De Scheg in Deventer werd in 1992 gebouwd als onderdeel van een sport- en belevingscomplex en ter vervanging van het oudere IJsselstadion, 's Neerlands tweede wedstrijdbaan. In 2011 volgden een reeks renovatiewerkzaamheden, waaronder een volledige overkapping van het middenterrein. Door strategische openingen aan te brengen in de constructie van de overkapping is zonder aanvullende installaties voldaan aan de eisen met betrekking tot klimaat, geluid en brand. De ruimte tussen het membraam en de bestaande dakrand en de openingen aan de bovenzijden van de pylonen zorgen voor voldoende trek om natuurlijke ventilatie te garanderen. In tegenstelling tot volledig geklimatiseerde binnenbanen blijft het buitenklimaat op de ijsbaan daardoor in afgezwakte vorm wel merkbaar.
Beschrijving staalconstructie en/of gebruik van staal
Het 15 ton wegende membraandoek uit wit translucent type IV PVC-gecoat polyester is gemonteerd aan tien hoofdpylonen op het middenterrein en dertig pylonen aan de rand. Twee pylonen staan op de kop van de ijsbaan. De overige acht vormen koppels die naar binnen hellen en aan de top onderling zijn gekoppeld met drukstaven om de omliggende, bestaande constructie niet meer dan nodig te belasten. Het ruimtegebruik onder het dak dicteerde deze oriëntatie. De pylonen staan onder hoeken van 70˚ tot 80˚ en bestaan uit stalen buizen 508x8 mm en 610x10 mm in S355. De drukstaven (buizen 406,4x3,6 mm) zijn voorzien van drie rondom aangebrachte voorspankabels die functioneren als knikverkorters.
Stalen ringen (kraaiennesten) met een diameter van 4 m verbinden het doek aan de staalconstructie. De 25 m hoge pylonen met een diameter van 500 mm zijn verankerd aan een dynamische fundering door een scharnierende verbinding met de voetplaat. De bovenzijden van de hoofdpylonen zijn voorzien van polycarbonaten lichtkappen om inregenen te voorkomen.
De bestaande dakrand boven de ijsbaan is niet sterk genoeg om de membraamconstructie aan af te spannen, maar de betonnen kolommen aan de buitenzijde rondom de baan bezitten wel een aanzienlijke overcapaciteit. De trekkabels van het membraam lopen daarom onder de bestaande houten liggers door en zijn aan de kolomkoppen bevestigd. Met stalen frames zijn de betonnen kolommen weer afgesteund op een uitbreiding van de fundering waarvoor ook een extra paal per kolom is aangebracht.
Het membraan wordt aan de randen strak getrokken. Op veertig punten wordt de rand ondersteund door stalen buisprofielen, die onderling zijn gekoppeld en op bestaande maar verzwaarde funderingsvoeten zijn bevestigd. Op deze punten is de rand tevens met horizontale dubbele kabels en een vorkconstructie vastgemaakt aan de bestaande betonnen kolommen van de buitengevel. De trekkrachten per trekstang bedragen 30-60 kN. Bij vier betonnen kolommen waar de kracht te groot werd, zijn aanvullende voorzieningen getroffen met extra trekstaven naar een nieuw gemaakte fundering buiten het gebouw.
Bijzondere aspecten bouwkundig concept / ontwerp
Bijzondere constructieve slimmigheden / detailleringen
Rond de pyloonkoppen ontstaan in het membraan hoge spanningen, inherent aan de typologie van de constructie. In dit geval wordt dit effect vergroot doordat de pylonen naar elkaar toe staan. Het membraandak kan daartoe lokaal worden versterkt door meerdere lagen aan elkaar te lassen. Dit geeft echter een ongewenst esthetisch effect: lokaal versterkte plekken zijn duidelijk zichtbaar doordat het membraandoek translucent is. De oplossing is hier gevonden in het toepassen van stalen ringen rond en drukstaven tussen de pyloonkoppen. Daardoor kan over het gehele oppervlak een continue membraandikte worden toegepast. De ringen spelen overigens ook een belangrijke rol bij de ventilatie en rookafvoer (in geval van brand) van de ijsbaan.
Bijzondere aspecten uitvoering
Bijzondere functionele aspecten van het bouwwerk