Algemene projectomschrijving
Van veraf lijkt het een schuur in aanbouw, daar in het buitengebied van Beuningen. Dichterbij gekomen blijken de simpele stalen driescharnierspanten een woning te omvatten. Ze dragen niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk de contour van een veeschuur. Van onder die spanten beleef je het landschap vanuit allerlei zichthoeken.
'Als wij een schuurwoning maken, dan moet die ook de contour van een veeschuur hebben zoals die hier staan. Dus flinke afmetingen, flauwe dakhellingen en lage goten. Dat is heel wat anders dan wat je overal als schuurwoning ziet verschijnen.' Een stevige uitspraak van architect Pieter Oosterhout die de woning samen met collega Giel Sengers ontwierp. Een uitspraak met gevolgen, waarbij ook het toeval dit project een belangrijke wending gaf. 'We hebben de hele trukendoos nodig gehad om het kloppend te krijgen', zegt hij nu.
Dat het een schuurvorm moest worden, kwam van Welstand. De woning verving een paar vervallen schuren achter een bestaande woning en diezelfde hoofdvorm zag men graag terugkomen.
Beschrijving staalconstructie en/of gebruik van staal
Behalve de contour bepalen de spanten natuurlijk ook de ruimte eronder. De flauwe dakhelling, binnen bijna overal zichtbaar, is aanleiding om de verschillende ruimten op verschillende hoogten te leggen. 'Met je hoogte verandert ook je blik op het landschap', verklaart de architect. Het begint onder maaiveld, met een verdiept terras dat intimiteit biedt, en hoe hoger je komt, des te meer je gaat zien. Van de eigen tuin naar de dijk, met daarachter een kolk, de schoorsteen van een steenfabriek en in de verte de brug bij Nijmegen.
Ook bij de ordeningen van ruimten en looproutes in de plattegrond draait het om het uitzicht, aldus de architect. 'Kijk, in deze kijkrichting pak je de avondzon mee en die kant op de bedauwde weilanden.' En ook in die plattegrond zijn de spanten allesbepalend: het stramien, waarop ook binnenwanden en gevels staan, bepaalt afmetingen, verhoudingen en ritme van de ruimten.
Dat het stalen driescharnierspanten moeten worden, spreekt bijna vanzelf: 'Het zou ook kunnen met gelamineerd houten spanten, maar dat leek een minder sterk beeld. En veeschuren hier in de buurt zijn allemaal zo gemaakt, dus waarom deze niet.'
Het over de volledige lengte doorzetten van de stalen spanten, deels niet als gebouw ingevuld, geeft nadrukkelijk vorm aan de woning. De spanten zijn een belangrijk onderdeel van het concept.
Bijzondere aspecten bouwkundig concept / ontwerp
Het ontwerp van deze woning is een verwijzing naar de grote veestallen van de laatste decennia. Het is een nieuwe interpretatie van een schuurwoning, een toepassing van agrarische opstallen in het weidelandschap en daarbij gelijktijdig gebruik makend van omgevingsfactoren als het dijkenlandschap en een voormalige dijkdoorbraak.
Binnen de contour van het archetype van de veestal is het volledige woonprogramma opgenomen, inclusief bijgebouwen en buitenruimtes. Van afstand gezien is het één volume in het landschap. In werkelijkheid is het een samenspel van woning, aangebouwd bijgebouw en een vrijstaand bijgebouw met een grote, deels overkapte patio/binnenplaats en andere buitenruimtes.
Vanaf de straatzijde blijft de beleving van het voormalige boerenleven voelbaar. Hier lijkt de vernieuwde woning Hosterdstraat 6 het hoofdgebouw, Hosterdstraat 6 is herbouwd met een verwijzing naar de traditionele agrarische bouwstijl. In deze beeldvorming is de woning Hosterdstraat 4 dan de veestal behorend bij nummer 6.
Bijzondere constructieve slimmigheden / detailleringen
Bij een stal hoort enige ruigheid. Het duidelijkst zie je dat aan de gemetselde wand en opvallende schoorsteen waarvoor bewust misbaksels werden gebruikt. 'Een knipoog naar de baksteenfabrieken in het rivierengebied', aldus Oosterhout. 'Maar het is ook een woning en voor mensen detailleer je anders dan voor dieren.'
De houten gevel bijvoorbeeld: ruw materiaal maar overduidelijk 'ontworpen'. En het toegangshek lijkt op een boerenhek maar net wat verfijnder. Dat geldt ook voor de zinken dakbedekking en de staalconstructie. Buiten is die utilitair verzinkt, maar de knopen zijn met net iets meer aandacht gemaakt dan bij een stal. En mooie slanke Willemsankers kom je eerder tegen in een hightech-woning dan in een boerenschuur.
Binnen oogt het minder ruig. 'Ons wensbeeld was om bijvoorbeeld de betonnen vloeren naar binnen door te trekken of planken deuren te maken. Dat om het beeld van een veeschuur te versterken. Maar de binnenhuisarchitect maakte het wat verfijnder, uiteraard omdat de opdrachtgever dat graag zo ziet. Achteraf gezien kan dat goed, dat contrast tussen ruigheid en verfijning', zegt hij.
De 'ontworpen ruigheid' past in het spel dat de architecten graag met de kijker spelen. 'Van een afstand lijkt het een schuur in aanbouw, en naarmate je dichterbij komt, krijg je aanwijzingen dat er mensen wonen. Ook als je er woont, moet er nog telkens iets te ontdekken zijn, je moet het niet in een keer kunnen lezen. Dat je je plotseling bewust wordt van een zichtlijn, hoe het licht binnenvalt of waarom een aansluiting er zo uitziet. Een oplossing die niet direct logisch lijkt, blijft uitdagen.'
Bijzondere aspecten uitvoering
Voor de uitvoering wordt het project gesplitst in deelbestekken: een voor fundering en staalconstructie, een voor de prefab dakplaten, het zink, metselwerk, enzovoort. Met een coördinator die de boel aan elkaar moet zien te krijgen en de architect die op de achtergrond nog veel stuurt. 'We hebben tijdens de uitvoering nog zitten tekenen', zegt Oosterhout. 'Als ingenieur zou ik liefst zelf nog op de bouwplaats staan!'
'Als ik voor mezelf zou bouwen, zou ik het zeker zo aanpakken, met deelbestekken. Je kunt oplossingen makkelijker bijsturen, de lijnen zijn korter. Het lijkt dan minder gestroomlijnd maar het eindresultaat wordt er beter van. En ook de prijs-kwaliteitverhouding.
Bijzondere functionele aspecten van het bouwwerk
Door alleen de contouren over is het volume aanzienlijk kleiner en krijgt het gebouw een menselijke schaal. Maar ook met deze ingreep is de woning nog te groot voor wat volgens de regels in dit buitengebied mag. Gelukkig zijn er ook regels die juist ruimte geven - in dit geval letterlijk. Wat onder maaiveld zit, telt alvast niet mee. Boven maaiveld is onder de spanten ruimte voor de toegestane 1000m3 woning plus 120m3 bijgebouw, en een stukje vergunningvrij. Plus 120m3 bijgebouw bij de oorspronkelijke woning aan de weg. 'Zo was het kloppend te krijgen.'
Die oorspronkelijke woning, kraak-noch-smaak uit de jaren vijftig, is uiteindelijk gesloopt. Toen toevallig de keuterboerderij ernaast te koop kwam, ergens in de aanloop, is ook die fors aangepakt. Nu lijken de schuurwoning met dat boerderijtje een logisch erfensemble.
Tijdens de nieuwbouw van de woning komt het boerderijtje ernaast te koop. Ook daarvoor maakt Oosterhout een ontwerp, overigens voor een andere opdrachtgever. Er komt een woning in, een gastenverblijf en een B&B. Nu vormt het boerderijtje met de wat naar achter liggende woonschuur ruimtelijk een logisch ensemble: als vanouds lijkt het een woning met schuur.
Een drastische ingreep is om de achterste helft van het boerderijtje te vervangen door een stalen kap, die als een lucifersdoosje over de boerderij heen schuift. Nog drastischer is om de voorste helft af te breken en opnieuw op te bouwen, maar dan 1,1x zo groot. 'Bouwkundig was het heel slecht. En je stootte overal je hoofd, omdat mensen toen kleiner waren. Het was geen monument, maar wel karakteristiek en waard om als beeld te behouden', licht Oosterhout toe. Dus wordt het volledig ingemeten en met authentieke materialen herbouwd.
Duurzaamheid
De ontwikkeling van Hosterdstraat 4&6 is een duurzame ontwikkeling met toekomstwaarde. Hosterdstraat 4 was een enigszins verrommelde plek door de bedrijfslocatie en een voor het buitengebied minder passende bedrijfswoning. Hosterdstraat 6 was een vervallen keuterboerderij. De bedrijfslocatie is gesaneerd. Het landschap vanaf de dijk is verfraaid, de nieuwe woning ligt op een zichtlocatie vanaf de dijk langs de Waal – een belangrijke recreatieve route. De straat heeft in de omgeving een nieuwe beleving gekregen, er is een aantrekkelijke woonlocatie ontstaan. Een duurzaam nieuw gebruik van het gebied met een verwijzing naar het voormalige agrarische gebruik. De ontwikkeling heeft inmiddels geleid tot andere initiatieven in deze straat.
Materiaalgebruik (efficiëntie)
Bij het materiaalgebruik is duurzaamheid van belang geweest: onbehandeld larix-hout, deels biobased materiaal als isovlas en baksteen uit de lokale steenfabriek.
Energiegebruik en verbruik tijdens bouw en gebruik
Voor de energievoorziening is koude warmte opslag in de bodem toegepast, bij nummer 4 een horizontale bodemwarmtewisselaar in combinatie met zonnepanelen in een veldopstellen. En bij nummer 6 diepte bronnen met zonnepanelen op het dak. Beide woningen zijn full electric.