TRANSFORMATIE VAN EEN FUNCTIONEEL CASCO
Sculpturale sloop
De faculteit heeft niet gekozen voor nieuwbouw maar voor de transformatie van ‘Langezijds’, een voormalig laboratorium uit 1972, ontworpen door de architecten Choisy en Van Embden. Langezijds is extreem lang (220m) en diep (38m), met een lage begane grond en hoge verdieping. Dit maakt het casco karakteristiek, maar ook ongeschikt voor modern onderwijs. Het nieuwe ontwerp draait om het scheppen van ruimte en licht binnen deze randvoorwaarden. Niet door toe te voegen maar door weg te halen: Vier atria - uitgezaagd uit de constructie - zorgen voor groen, verse lucht en daglicht en maken het gebouw met één ingreep geschikt voor het nieuwe gebruik.
Esthetiek van de imperfectie
Faculteiten lijken steeds vaker op generieke kantoorgebouwen. Wit stucwerk, systeemplafonds; neutraliteit vormt het toverwoord. Het nieuwe ITC is net zo flexibel en functioneel als haar tijdsgenoten maar kent een specifiekere architectuur die de imperfecties van het bestaande gebouw omarmt. Het cassetteplafond en het beton- en staalcasco zijn zichtbaar, inclusief beschadigingen en gebruiksporen. Zaagsnedes laten zien waar ooit vloeren liepen, oude kolommen staan als begroeide ruïnes in de atria. De eikenhouten puien en de bamboe verdiepingsvloer voegen een warme toon toe. De materialen zijn robuust, de details verfijnd, de kleuren materiaaleigen. Ruwbouw is afbouw, dat is het uitgangspunt.
Hernieuwd functionalisme
Het nieuwe ontwerp reageert op de functionalistische architectuur van Langezijds. Het bestaande is gerepareerd, geïnterpreteerd, gedemonteerd en gecomplementeerd met architectonische protheses. Een aantal functionalistische principes is onmiskenbaar voortgezet. Oud en nieuw, wanden en trappen, armaturen en sprinklers; alles is ontworpen op een grid van 1550mm. Uitgesproken details verbeelden de kracht van de techniek; zo zijn de sprinklerinstallatie en alle elektra op de verdieping zorgvuldig in het zicht gehouden. De gevel varieert op oorspronkelijke architectuur met een betonnen begane grond en glazen verdieping. Houten kaders maken de nieuwe bestemming van het gebouw duidelijk. De verspringing van de verhoogde verdiepingsvloer bij de gevel is tegelijkertijd een zitrand met uitzicht over de campus.
VERBINDING MET DE CAMPUS
Een architectuur van het landschap
Langezijds staat op landgoed Drienerlo. Een prachtige campus met vrijstaande gebouwen in een groen landschap. Het ontwerp voor ITC verenigt beide met de vier atria. Ze verbinden binnen met buiten, natuur met techniek. Een van de atria vormt de nieuwe entree in het midden van het gebouw. Hier springt de gevel terug, het landschap plooit naar binnen, de bomen groeien er tot in het gebouw. Dit geeft de faculteit een herkenbaar adres aan het kruispunt van twee stedenbouwkundige assen. ITC draagt zo bij aan een lang gekoesterde wens van de UT; de verbinding tussen het Onderwijs- & Onderzoekcentrum en het Woon- en Leefcentrum van de campus.
Drienerlo; laboratorium van de moderne architectuurgeschiedenis
Campus Drienerlo is in de jaren 60 ontworpen door Willem van Tijen en Sam van Embden. Zij projecteerden een abstract grid over het organische landschap van het landgoed en introduceerden een strikte functiescheiding. De eerste gebouwen – het Hoofdgebouw, de Hogekamp en Langezijds – vormden ‘autonome machines in het landschap’. Later kreeg een nieuwe generatie structuralistische architecten – Piet Blom, Herman Haan, Joop van Stigt – de kans op de campus te werken. Hun gebouwen gaan een meer vloeiende relatie met het landschap aan. Met verspringingen en patio’s werden binnen en buiten met elkaar verbonden en de schaal van de architectuur verkleind. Het nieuwe ontwerp voor ITC zet de volgende stap in de architectuurtraditie van de campus. De basis is functioneel, de atria verbinden het gebouw met de omgeving en de architectonische uitwerking is rijk en verfijnd.
THUISBASIS VOOR EEN INTERNATIONALE ACADEMISCHE CULTUUR
De faculteit van de toekomst; ontmoeting en interactie
ITC is een van ’s werelds beste academische instellingen voor ‘earth observation & geo-information’. Sinds 2010 is de faculteit onderdeel van de Universiteit Twente; de verhuizing naar de campus is het sluitstuk van deze integratie. De faculteit is voor de vele buitenlandse studenten en onderzoekers meer dan een plek om te studeren en werken; ITC is een gemeenschap, het gebouw vormt hun thuisbasis. Het nieuwe gebouw biedt daarom ruimte aan de verschillende culturen en gebruiken van deze academische gemeenschap. Centraal staat het begrip ontmoeting; tussen de departementen, de academici, tussen onderzoek en onderwijs. Daarom heeft het gebouw een ‘Sociaal Hart’ in de entreehal, waar iedereen elkaar tegenkomt en waar ook samen wordt gegeten. Het is een open ruimte met een tribunetrap die leidt naar het restaurant en het ‘study and learning centre’. De ruimtes staan in open relatie met elkaar zonder dat ze elkaar akoestisch in de weg zitten.
De wetenschappelijke departementen zijn geclusterd rondom de atria, waardoor alle ruimtes in het gebouw zicht op groen hebben. Onderwijs, kantoren, labs en studieplekken wisselen elkaar af; docenten, studenten en onderzoekers ontmoeten elkaar in de binnentuinen, die door een brede binnenstraat met pantry’s zijn verbonden.
Reuring en rust
Ieder mens heeft andere behoeftes en voorkeuren en kan in het gebouw een eigen plek vinden die daar bij past. Het gebouw biedt verschillende soorten plekken, variërend van dynamisch naar rustig. De verdiepingshoogtes en sfeer van het bestaande gebouw zorgden voor een vanzelfsprekende basisverdeling. De compactere kantoren op de vloer met een lagere hoogte. De grotere ruimtes - onderwijs, het restaurant, het ‘study and learning centre’ - op de hogere verdieping. Bij de groene atria liggen de open studiepleinen. Contact met het groen, licht en lucht maken deze plekken ideaal voor samenwerken en kennis delen. Werken gebeurt op besloten plekken en in gesloten ruimtes. Privacy en concentratie zijn hier leidend. Een goede ruimte akoestiek is gegarandeerd met een akoestisch plafond en stoffering in de inrichting.
Identiteit
De mensen van ITC werken wereldwijd aan het behalen van de Sustainable Development Goals van de United Nations. Ze werken onder andere aan projecten op het gebied van voedselveiligheid, de energie transitie, klimaatverandering en aan duurzame stedelijke ontwikkeling en smart cities. Het nieuwe gebouw geeft ITC’ers een duurzaam podium om te laten zien wie ze zijn en waar ze voor staan. Een duurzaam, flexibel en toekomstbestendig gebouw waarin natuur en cultuur zijn verbonden.
DUURZAAM ICOON
Duurzame missie
De architectuur symboliseert de wereldwijde duurzame missie van ITC. Architecture follows climate, waarbij het behoud van de ‘brutalistische' constructie de grondslag vormt. De kantoren – met een stabiele temperatuur – liggen op de koele begane grond en de grotere onderwijsruimtes op de verdieping. De atria functioneren als groene longen. Ze stimuleren natuurlijke ventilatie, zorgen voor daglicht en groen. De hergebruikte zonwering op het zuiden voorkomt opwarming in de zomer. Het gebouw is van energielabel G naar A+++ gegaan, heeft een GPR van 8+ met een 9,4 voor energie en een MPG van 0,63.
De tuinen van ITC
De atria vormen biotopen voor flora en fauna, dragen bij aan gezonde lucht en een stressvrije werkplek. De Hout-, Water- en Steentuin hebben ieder een eigen karakter; ze vormen herkenningspunten en voegen kleur toe aan het gebouw. Het landschap is er royaal, de planten en bomen staan in meer dan een meter grond; genoeg voor een klein ecosysteem. De stabiele temperatuur van het atrium is ideaal voor de (sub)tropische beplanting. De V-vormige glazen daken verzamelen het regenwater dat zichtbaar de tuinen inloopt, waar het infiltreert en vastgehouden wordt voor de beregening van de planten.
Flexibel installatieconcept in de vloer
Het ontwerp bundelt de installaties voor beide verdiepingen in één ‘luchtplenum’ in de verhoogde verdiepingsvloer. Daardoor zijn installaties compact geclusterd, blijft het Bims-plafond in het zicht en wordt de vrije hoogte van de begane grond maximaal benut, zonder extra kanalen. Verse lucht wordt met lage snelheid – en dus hoog comfort – vanuit de vloer de ruimtes ingebracht, van waaruit het de atria instroomt en door natuurlijke trek via het dak naar buiten kan. Gebruikers kunnen het klimaat direct beïnvloeden door de ramen te openen. Een deel van het jaar wordt het gebouw natuurlijk geventileerd. Het ‘plenum’ in de verhoogde vloer heeft geen luchtkanalen maar blaast de lucht via vloerroosters direct de ruimte in. Het is daarom mogelijk om wanden te verplaatsen en ruimtes te veranderen zonder de installaties aan te passen of opnieuw in te regelen. En alle andere installaties zijn bereikbaar door simpelweg een vloertegel op te tillen.
Circulariteit
Het ontwerp zet vol in op hergebruik van de bestaande constructie. Wanden, trappen, gevels, de dakconstructie van de atria; alle nieuwe elementen staan op of hangen aan de bestaande constructie en fundering, waardoor veel materiaal wordt bespaard. De nieuwe stalen constructiedelen zijn thermisch verzinkt en demontabel. Daarnaast is voor de nieuwe onderdelen bewust gekozen voor circulaire systemen en producten. De binnenpuien en plintgevel zijn van eikenhout, de verhoogde vloer van bamboe. Voor de tussenwanden is voor demontabele stalen systeemwanden gekozen, zodat het gebouw makkelijk kan worden aangepast. Deze hebben een materiaaleigen bronzen kleur. De onderdelen van de vaste en losse inrichting zijn maximaal losmaakbaar. De materialen zijn zo zuiver mogelijk toegepast, zonder verf. Zelfs de onderstellen van de tafels zijn niet gepoedercoat.