In de Bomenbuurt; een jaren 30 buurt in Den Haag gelegen tussen het centrum van Den Haag en het strand, heeft de oprichter van Bloot Architecture voor zijn gezin een dakopbouw bovenop hun bestaande appartement ontworpen en helpen bouwen.
In de Bomenbuurt; een jaren 30 buurt in Den Haag gelegen tussen het centrum van Den Haag en het strand, heeft de oprichter van Bloot Architecture voor zijn gezin een dakopbouw bovenop hun bestaande appartement ontworpen en helpen bouwen.
Grotere huishoudens
Het is een buurt uit de jaren dertig zoals ze in Den Haag wel meer zijn te vinden. Gesloten bouwblokken van drie lagen, baksteengevels met erkers en wat ornamenten, hier en daar een voortuintje en, typisch Haags, open portieken met een trap naar de eerste verdieping. 'Leuke buurt in opkomst', zegt Bloothoofd. 'Stad en strand dichtbij, veel voorzieningen om de hoek, volgroeid groen, mooie bouw.'
De laatste jaren zijn dakopbouwen in Den Haag sterk in opkomst, als uitbreiding van bestaande appartementen. De gemeente faciliteert het om de stad ook aantrekkelijk te maken voor grotere huishoudens.
Een belangrijke regel is dat omliggende woningen nog wel hun minimale hoeveelheid zon moeten krijgen. 'Dat was hier geen probleem', zegt Bloothoofd, 'maar om onze schaduw te beperken, heb ik de voor- en achtergevel een stukje terug gelegd en een zadeldak gemaakt.' Waarmee het nuttige het aangename dient: zo ontstaat vanzelf ruimte voor een buitenruimte met uitzicht op zonsondergang en dakenlandschap.
Een andere regel is dat de eerste opbouw op een dak bepaalt hoe contour en materiaal van de opbouwen ernaast eruit moeten zien. Met de wetenschap dat een ontwikkelaar bezig is met een buurpand brengt dat Bloothoofd in een vreemde competitie. 'Gelukkig was ik de eerste met mijn aanvraag wat mij meer ontwerpvrijheid gaf', vertelt hij.
Een opbouw begint natuurlijk met de vraag of bouwmuren en fundering de extra belasting veilig aankunnen. Hier, op 'het zand' blijkt dat geen belemmering [hebben we het niet over gehad, ik verzin maar wat. heel weinig woorden aan besteden!]
Schoorstenen
Het is een verleidelijke gedachte om de opbouw, in aanleg een forse ruimte met vrij uitzicht en buitenruimten, te bestemmen als woonkamer. Maar liever maakt Bloothoofd er toch de slaapkamers: 'Die woningen met houten vloeren zijn mij te gehorig om er te slapen', licht hij toe. Dat daarmee zijn eigen woonverdieping misschien hinderlijk blijft voor de onderburen, neemt hij op de koop toe.
Binnen de bestaande woning is de trap die er al zit de beste plek voor de nieuwe trap naar boven; een beslissend onderdeel in de plattegrond. De schoorstenen zijn andere elementen waar je niet omheen kunt. De architect puzzelt het zo uit dat naast de schoorsteen in het midden precies een bed past, als in een soort bedstee.
Die schoorstenen moeten natuurlijk hoger worden doorgetrokken. Hij kiest voor de traditionele aanpak door ze opnieuw op te metselen, met een afdekplaat en keramische potten. 'Dat hoort ook bij het daklandschap', zegt hij. 'Je ziet ze ook vaak verhoogd met pijpen erop of omkastingen, maar dat is moeilijk waterdicht te krijgen en ziet er gauw uit als knutselwerk.'
Parijs
Zie je voor de gevels van zulke dakopbouwen veel oplossingen in de geest van het gebouw eronder, Bloothoofd kiest die weg niet. 'Dat leidt vaak tot lelijke aansluitingen', zegt hij. Liever kiest hij een gevelbekleding die opbouw en het gebouw eronder duidelijk doet verschillen en zo elk in hun waarde laat.
Het worden grijze stalen felsplaten, wat sterk doet denken aan de zinken daken van Parijs. 'Dat contrasteert mooi met de rode baksteen. De kleur verandert mee met het daglicht en de felsranden geven een verfijnde tekening', licht hij toe. Om daaraan toe te voegen dat het wat hem betreft wel wat wilder had gekund, zou dat met welstand kunnen. Dat het staal wordt en geen zink is een kwestie van geld.
De gevel aan de zuidwestkant bestaat voor een groot deel uit glas - wat wil je met zo'n uitzicht midden in de stad. Om inkijk en zoninstraling te beperken, maakt Bloothoofd er verschuifbare lattenschermen voor. 'Het kan er enorm opwarmen', licht hij toe. De schermen verdwijnen in open stand netjes in een nis achter de gevelbekleding. Binnen is er ook een nis, voor het gordijn. Dat alles maakt de gevel tot een flink pakket dat feitelijk maar ook visueel dient als 'zachte' overgang tussen binnen en buiten.
Staalskeletje
Om het dak boven de glazen pui en de schermen te kunnen dragen, is daar een stalen ligger het aangewezen hulpje. Sterk en bescheiden van formaat. Ook in de vloer zien we stalen liggers, omdat Bloothoofd die vloer constructief graag helemaal vrij houdt van het bestaande dak. 'Om de geluidoverdracht te beperken en om de overgang tussen binnen en buiten volledig vlak te kunnen houden', licht hij toe. Zo vallen de hoogte van het kozijn, de waterkering en de constructie van terras en balustrade visueel weg binnen de hoogte van de vloer boven het dak. Deze argumenten wegen blijkbaar zwaar, want de bestaande houten dakbalken, uitgevlakt en zonodig plaatselijk vesterkt, zouden prima als vloer kunnen dienen.
Met toch al stalen liggers in vloer en dak is de stap naar een compleet staalskelet(je) niet groot. De houtskeletbouw gevelelementen, die in principe kunnen dragen, dienen alleen nog als invulling. 'Dan heb je overal een maatvast kader, wat fijn is bij de detaillering en in de uitvoering. En het geeft wat meer indelingsvrijheid', licht Bloothoofd die keuze toe. De superslanke kolommetjes zijn overal weggewerkt, maar de stabiliteitskruizen en een enkel profiel langs het dak suggereren hoe de constructie in elkaar zit.
-