Algemene projectomschrijving
Het voormalige gebouw van het Gemeentelijk Energiebedrijf is verbouwd en gerenoveerd tot een regionaal 'huis voor de podiumkunsten' voor de Drechtsteden: het Energiehuis. Met zijn omvang van zo’n 14000 m² behoort dit project tot een van de grootste herbestemmingsprojecten van Nederland.
Het oude pand bestond uit zes machine- en ketelhallen in verschillende bouwstijlen. In 1905 is het eerste gedeelte van het Energiehuis, machine- en ketelhal 1, als gemeentelijke elektriciteitscentrale in gebruik genomen. Nu is het de muziekzaal van ToBe, en in de machinehal ligt het Grand Café.
Het middendeel, machine- en ketelhal 2, stamt uit 1918, daar bevinden zich nu de cursusruimtes en (dans)studio’s en een theaterzaal voor de Stichting voor kunstzinnige vorming ToBe met in de kelder de Popcentrale.
Het laatste en grootste bouwdeel, machine- en ketelhal 3, dateert uit 1928. In dit deel bevindt zich onder andere een middenzaal (een zogenaamde vlakke vloer) voor Kunstmin en de grote en kleine popzaal voor Bibelot. Tevens zijn in dit deel diverse ruimten voor Muziektheater Hollands Diep ondergebracht.
Beschrijving staalconstructie en/of gebruik van staal
In ketelhal 3, het hoogste deel van het energiehuis, liggen de popzalen. Vanwege de hoge nuttige belastingen en trillingen zijn relatief zware vloeren toegepast waardoor de fundering versterkt moest worden. In de bestaande begane-grondvloer zijn gaten gezaagd waar tubex-groutinjectiepalen zijn geïnstalleerd, waarover nieuwe poeren zijn aangebracht. Hierop is de staalconstructie van de popzalen gebouwd. De bestaande vloeren van machinehal 3 waren goed bruikbaar zodat in dit deel van het gebouw geen grote constructieve ingrepen zijn uitgevoerd.
In machine- en ketelhal 2 zijn diverse nieuwe vloeren aangebracht. Onder dit bouwdeel is een kelder aanwezig onder de grondwaterstand. Het versterken van de fundering is technisch niet eenvoudig. Om deze reden is gekozen voor het aanbrengen van lichte vloeren: houten vloeren op een staalconstructie waarover een zwaluwstaartvloer is aangebracht. De bestaande fundering van dit deel bestond uit een dikke betonvloer op houten palen. De nieuwe staalconstructie draagt rechtstreeks af op de betonplaat, op die plaatsen waar de belasting uit de staalconstructie door de betonplaat over onvoldoende palen werd gespreid, is de bestaande betonconstructie verstijfd met een betonrib.
In machine- en ketelhal 1, waar het grand café en de muziekzaal liggen, zijn geen grote constructieve ingrepen nodig. Wel is op een aantal plaatsen de betonvloer versterkt en zijn grote sparingen aangebracht in de wand tussen de machine- en ketelhal.
Als rode draad loopt de 'snede' , een glasdak, over de ketelhallen en alle drie de bouwdelen door. Het glasdak is opgelegd op de bestaande wand tussen de machinehal en de ketelhal en een nieuwe wand in de drie ketelhallen. In ketelhal 3 bestaat de nieuwe wand uit kalkzandsteen, op de nieuwe fundering. In ketelhal 1 en ketelhal 2, waar de fundering niet is versterkt, bestaat de wand uit een beklede staalconstructie.
Om geluidsoverlast vanuit de verkeersruimte naar de zalen te voorkomen, is de staalconstructie volledig ontkoppeld van die van de zalen via trillingsblokken opgelegd op consoles.
Om grote vides in de ‘snede-vloer’ mogelijk te maken, zijn de balustrades rondom de vides als plaatligger uitgevoerd.
Bijzondere aspecten bouwkundig concept / ontwerp
Bijzondere constructieve slimmigheden / detailleringen
Bijzondere aspecten uitvoering
Bijzondere functionele aspecten van het bouwwerk
De constructieve werkzaamheden zijn gestart na uitgebreid archiefonderzoek en een opname van de constructie in het werk, die in AutoCad verder is uitgetekend.
De bestaande constructie is gefundeerd op houten palen. Gezien de ervaringen in Dordrecht met houten paalfunderingen is er een onderzoek (hoogtemeting van de lintvoegen en een laboratoriumonderzoek) uitgevoerd naar de kwaliteit ervan. Uit dit onderzoek kwamen geen grote onvolkomenheden aan het licht.
In 2010 startte de sloopwerkzaamheden. Er werd door een asbestsaneerder gestart met het leeg maken van de binnenzijde van het gebouw. Het ging vooral om het verwijderen van de diverse tussenvloeren uit de periode van 1955 tot en met 1980. In die periode is het gebouw in gebruik geweest als kantoor annex opslaggebouw.
Duurzaamheid
Materiaalgebruik (efficiëntie)
In het constructief ontwerp staat de combinatie bestaand-nieuw centraal. Er is onderzocht welke delen van de oude constructie kunnen worden gehandhaafd en welke beter vervangen kunnen worden. Dit heeft geleid tot een efficiënte gebruik van nieuwe materialen.
Energiegebruik en verbruik tijdens bouw en gebruik
Door doos-in-doos-constructies en de daken van de hallen extra te isoleren vanwege de geluidsoverlast naar de omgeving is tevens het energieverbruik geoptimaliseerd. Daarbij zijn de kozijnen in de gevels voorzien van voorzetramen.
Mate van overlast (bouwwerkzaamheden) voor mens en dier
Innovaties op product-, concept- en bouwniveau
Om de geluidsoverlast naar de omgeving tijdens het opbouwen van de technische voorzieningen te minimaliseren is er een inpandige 'vrachtwagenlift' gemaakt, zodat de vrachtwagens inpandig gelost en geladen kunnen worden op verdiepingniveau.