Skip to main content
Arjen Schmitz/Dok Architecten mouse

trappen Scheepvaartmuseum

Amsterdam

Voor de renovatie zijn in vier trappenhuizen dertien verschillende rechte steektrappen aangebracht met overspanningen variërend van 3,6 tot 8,5 m. Gekozen is voor een ingetogen en eenvoudige detaillering met stalen strippen als dragende trapboom.

Projectgegevens

Locatie Kattenburgerplein 1, Amsterdam
Opdracht Rijksgebouwendienst, directie Projecten, Den Haag
Architectuur DOK Architecten, Amsterdam
Constructief Ontwerp Pieters Bouwtechniek, Eindhoven
Uitvoering BAM Utiliteitsbouw, Amsterdam
Staalconstructie M.C. Kersten, Amsterdam

Algemene projectomschrijving

Het Scheepvaartmuseum is in 1656 gebouwd naar een ontwerp van stadbouwmeester Daniel Stalpaert. Het is ontworpen als een pakhuis in het water en is onlangs aangepast aan de wensen en eisen van een museum van de moderne tijd. Door de binnenplaats te overkappen fungeert deze ruimte als oriëntatie- en keuzepunt voor de bezoeker. Uitgangspunt van het ontwerp is het gebouw opnieuw te laten spreken.
De vier risalieten, de uitspringende delen in de buitengevel, worden gebruikt als stijg- en oriëntatiepunten, elk met een eigen karakter en uitzicht op de omgeving. Bij de renovatie is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van balken met historische waarde en van bestaande openingen. Bewust zijn er geen royale trappen ontworpen in de trappenhuizen, omdat die er oorspronkelijk ook niet inzaten. Nu wandelt de bezoeker rakelings langs de balkopleggingen, zodat het soms is alsof je de 17e eeuw aanraakt.

Beschrijving staalconstructie en/of gebruik van staal

De verschillende steektrappen hebben een breedte variërend van 850 tot 1100 mm. Twee trappen hebben een dusdanige lengte dat een tussenbordes vereist is. Stalen strippen fungeren als dragende trapboom. In het westrisaliet zijn ook bordestrappen gemaakt. De gekozen detaillering van de rechte steektrappen is hierin doorgezet. De afmetingen van de stalen strippen zijn 16x240 mm voor een overspanning tot 5,5 m en 24x350 mm voor de twee lange trappen. De lange trappen zijn gedimensioneerd op eigenfrequentie om hinderlijke trillingen te voorkomen.
De traptreden zijn gemaakt van dunne omgezette staalplaten, met beton gevuld om loopgeluid te beperken. De horizontale stabiliteit (met name van belang bij de lange trappen) wordt verzorgd door deze traptreden rondom af te lassen op de trapboom. Hierdoor ontstaat een raamwerk met 'momentvaste' verbindingen, dat in is staat om de zijdelingse belastingen opnemen.

Bijzondere aspecten bouwkundig concept / ontwerp

Bijzondere constructieve slimmigheden / detailleringen

De trappen komen op alle bouwlagen voor en hebben dus verschillende onderconstructies en opleggingen: op de betonnen ondervloer in de kelder, op stalen raveelconstructies bij de verdiepingen en zelfs op de historische, houten balken. Steeds is een oplegging dusdanig uitgewerkt dat in uiterlijk een zelfde detaillering van de trappen ontstaat. De vides rondom de trappen hebben balustrades met hetzelfde principe van het ingeklemde glas, ook weer bevestigd op verschillende onderconstructies (beton, staal en hout). Dit zorgt voor een helder en eenduidig beeld van de trappen door het gehele gebouw.
De trappen hebben een glazen borstwering, waaraan de trapleuning is bevestigd. De glazen platen worden in de trapboom ingeklemd door een afdekplaat op de stalen trapboom te klemmen. De bevestiging is zodanig dat zijdelings wel een inklemming ontstaat, maar dat het glas de verticale doorbuiging van de trappen kan meemaken.

Bijzondere aspecten uitvoering

Bijzondere functionele aspecten van het bouwwerk