Algemene projectomschrijving
In oktober 2016 is in Amsterdam de Tijdelijke Rechtbank opgeleverd en in gebruik genomen. De interim-nieuwbouw is gerealiseerd op het terrein van het Parnas-complex aan de Parnassusweg en vormt samen met de bestaande torens E en F de volledige tijdelijke rechtbank. Voor een periode van zes jaar, dus tot 2022, vindt in het pand een groot deel van de rechtspraak plaats. Ook fungeert het in die tijd als hoofdingang van het gerechtscomplex. De overige bestaande bouw wordt ondertussen vervangen door een nieuwe permanente huisvesting.
Bouwdeel G is binnen een Design, Build, Maintain & Remove (DBMR)-opdracht van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) gerealiseerd door consortium DPCP, een combinatie van Du Prie bouw & ontwikkeling en ontwikkelaar cepezedprojects. Cepezed en cepezedinterieur vervaardigden integraal het architectonisch en interieurontwerp.
Het RVB heeft met de DBMR-opdracht hoog ingezet op het voorkomen van verspilling en het maximaliseren van de restwaarde van het gebouw na de initiële gebruiksperiode. Het gebouw is daarom goed aanpasbaar ontworpen en laat straks de mogelijkheid tot steeds ander gebruik door steeds andere bewoners op steeds andere locaties; de verwijdering en het hergebruik zijn binnen de opdracht contractueel vastgelegd.
Om het bouwdeel zo aanpasbaar en circulair mogelijk te maken, is het ontworpen als bouwpakket en even gemakkelijk te monteren als te demonteren en remonteren. Samen met ingenieursbureau IMd heeft cepezed bijvoorbeeld een speciaal bevestigingssysteem voor de kanaalplaatvloeren ontwikkeld, dat ontkoppeling en hergebruik van de vloerdelen optimaal faciliteert. Ook bij de knopen van de staalconstructie is extra rekening gehouden met de- en remontage.
Het interim-karakter van het gebouw doet echter geenszins afbreuk aan de kwaliteit, functionaliteit of representativiteit van het gebouw. Zaken als de outillage, de complexe logistiek, de akoestiek, het comfort, de veiligheid en de uitstraling hebben hetzelfde niveau als in een permanente voorziening.
Het tijdelijke gerechtsgebouw toont een strakke vormgeving met een terughoudende kleurstelling en verfijnde detaillering. De gevels hebben een strakke horizontale geleding van bandramen en donker getinte borstweringen met een buitenafwerking van gespannen kunststofdoek. Het pand heeft een open, verwelkomende maar ook gezaghebbende uitstraling en ligt met een groen ingericht voorplein iets terug van de openbare weg. Het heeft een logische en helder afleesbare opzet waarin de stromen voor publiek, het rechtbankpersoneel en de gehechten strikt van elkaar gescheiden zijn.
Het entreeportaal geeft toegang tot de ontvangstruimte met de portiersbalie. Een royale trappartij met daarboven een lichtstraat leidt langs de oostgevel naar de wachtruimten met aangrenzende zittingzalen op de tweede en derde etage. De wachtruimten zijn helder en functioneel gezoneerd en hebben een open en lichte atmosfeer. De zittingzalen hebben allure zonder luxe te zijn en kennen een hoge mate van rust, helderheid en daglichtontvangst. De achterwanden zijn gedecoreerd met fotokunstwerken door Marjan Teeuwen, die hiervoor sloopmateriaal van afgebroken gebouwen in bijna abstracte composities verwerkte. De zalen op de derde etage zijn dubbelhoog en voorzien van een publieke tribune.
Beschrijving staalconstructie en/of gebruik van staal
Met de DBMR-opgave van het RVB was de opdracht om de tijdelijke rechtbank na zes jaar weer te verwijderen. Het ontwerp van consortium dpcp is daarom opgezet als een bouwpakket dat volledig te demonteren is, te verplaatsen en weer op een andere locatie te remonteren. Ofwel weer als rechtbank of met een andere functie; bijvoorbeeld een kantoor- of schoolgebouw.
De opbouw bestaat uit een aanpasbare, generieke constructie en schil van geprefabriceerde, de- en remontabele elementen en een afbouw die projectspecifiek en vervangbaar is. Zo kan de entree-unit, de verbindingsbrug en stijgpunten op een andere plek komen en zijn de vloervelden zonder dragende wanden volledig vrij indeelbaar.
De kunst was echter om op een financieel haalbare wijze een volledig de- en remontabel gebouw te realiseren. Een compleet nieuw bouwsysteem zou economisch verre van rendabel zijn; zeker in het licht van de zware veiligheids-, comfort- en akoestische eisen die een gerechtsgebouw met geïntegreerd gehechtencomplex met zich meebrengt.
Daarom is gekozen de hoofddraagconstructie en vloeren te ontwerpen met redelijk standaard bouwelementen; namelijk een staalskelet en kanaalplaatvloeren. Een staalskelet is een beproefd systeem en bovendien snel en schoon te monteren alsook te demonteren. Kanaalplaatvloeren zijn een relatief voordelig bouwproduct met een groot draagvermogen een voldoende massa voor goede akoestische eigenschappen.
De betonnen kanaalplaten worden gewoonlijk met een deklaag afgestort om zo een sterk en momentvast casco te verkrijgen. Het demonteren van de kanaalplaten is dan echter niet mogelijk zonder aanzienlijke schade aan zowel de betonnen vloerdelen als de staalconstructie, waardoor hergebruik praktisch onmogelijk wordt. Een innovatief koppelsysteem is ontwikkeld waarmee ‘gewone’ kanaalplaten met een kleine aanpassing even eenvoudig gemonteerd als gedemonteerd kunnen worden, en vervolgens op een andere locatie ook weer geremonteerd. Daartoe worden aan de uiteinden van de plaat twee sleuven gemaakt. In de sleuven worden demu-ankers aangebracht; de sleuven worden vervolgens dichtgestort. De uiteinden van de ankers kunnen nu na plaatsing worden gefixeerd aan de van verstelbare bouten voorziene stalen ligger zo een momentvaste constructie te verkrijgen. De fysieke eigenschappen van de kanaalplaten en de staalconstructie ‘downgraden’ niet. Hiermee verliezen de bouwdelen niet hun constructieve en economische kwaliteit en zijn derhalve volledig circulair inzetbaar.
De hoofddraagconstructie bestaat uit een op maat gemaakt stalen frame waarvan de kolommen (kokerprofielen) op elke verdieping zijn doorgekoppeld. De liggers van de staalconstructie zijn SFB-liggers geïntegreerd in de hoogte van het vloerpakket. Als randliggers in de gevellijn zijn kokerprofielen toegepast. Voor stabiliteit zijn op drie posities in de gevel windverbanden op trek en druk geplaatst. Deze zijn in de gevel opgenomen voor een volledig vrije indeelbaarheid van de vloervelden. Het stalen frame is als gezegd volledig demontabel. Het komt geheel tot stand met droge en omkeerbare boutverbindingen die goed bereikbaar blijven. De stalen hoofddraagconstructie is daarnaast zo ontworpen dat deze snel te bouwen is, maar ook eenvoudig te demonteren is. De kolommen zijn uitgevoerd als kapstokken waarbij de verbindingen die op de bouwplaats moeten worden gemonteerd buiten de knoop zijn gehaald. Met deze oplossing zijn de krachten in de verbindingen kleiner en zijn eenvoudigere verbindingen mogelijk.
De staalconstructie heeft een brandwerende coating voor zestig minuten brandwerendheid.
Bijzondere aspecten bouwkundig concept / ontwerp
Gebouwen zijn traditioneel gebonden aan één locatie, waar ze normaliter hun hele levensduur in gebruik zijn voor één vaststaande functie. Op veranderend gebruik zijn de meeste gebouwen niet goed voorbereid. Soms vindt daarom sloop plaats terwijl gebouwen technisch en esthetisch nog best meekunnen. Dat is zonde, vanuit economisch zowel als ecologisch perspectief. Het gebouw voor de tijdelijke rechtbank is daarentegen goed aanpasbaar en zelfs verplaatsbaar. Een gebouw dat zo aanpasbaar en circulair is dat het zelfs van locatie kan veranderen, vergt een andere methodiek van ontwikkelen, ontwerpen en realiseren. Om het bouwdeel zo aanpasbaar en circulair mogelijk te maken, is het ontworpen als bouwpakket en even gemakkelijk te monteren als te demonteren en remonteren. Dit garandeert een blijvende esthetiek en kwaliteit.
Bijzondere constructieve slimmigheden / detailleringen
Om het gebouw demontabel te kunnen maken is een slimme verbinding tussen de kanaalplaten en de staalconstructie ontwikkeld. De vloervelden zijn overal opgesloten door stalen liggers. Door de kanaalplaten met een droge verbinding aan de staalconstructie te verbinden wordt de schijfwerking in de vloer gewaarborgd en wordt voorkomen dat de ligger kan gaan roteren bij een ongelijke belasting.
De verbinding is gerealiseerd door in de kanaalplaat demu-ankers op te nemen die met een boutverbinding aan de onderflens van de stalen ligger worden bevestigd. Door een drukbout aan de bovenzijde van de vloer aan te brengen kan een moment worden overgebracht om het roteren tegen te gaan.
Bijzondere aspecten uitvoering
De volledige constructie is in de uitvoering droog uitgevoerd en later weer te demonteren. De enige uitzondering zijn de funderingspalen.
In de staalconstructie is in de uitvoering veel aandacht besteed aan de juiste uitvoering van de knoop tussen de kanaalplaten en de staalconstructie.
Daarnaast is de loopbrug die de verbinding tussen de bestaande bouw en de nieuwbouw mogelijk maakt als geheel op de bouwplaats aangevoerd en op z’n plaats gebracht.
Bij de bouw is uitdrukkelijk rekening gehouden met de condities en beperkingen van de binnenstedelijk locatie van de rechtbank. De bouwplaats direct op het Pernassuscomplex was direct naast de te behouden oudbouw van de rechtbank en tegenover een woonbuurt. De maximaal doorgevoerde prefabricage heeft de overlast van bouwactiviteiten geminimaliseerd. Betreft de aanvoer van de prefab-bouwelementen is rekening gehouden met bereikbaarheid over de smalle toegangsstraten.
De constructie is opgebouwd uit kleine constructie-elementen: een kanaalplaat van 10,8 m lang en liggerdelen van ± 6 m lengte.
Bijzondere functionele aspecten van het bouwwerk
Omwille van het circulaire concept om een volledig demontabel en remontabel gebouw te realiseren is een strikte splitsing met heldere demarcaties toegepast tussen de constructie, de schil en de afbouw.
Het gehele bouwvolume en -systeem heeft een eenduidig en generiek stramien met grote vloeroverspanningen. Met boutverbindingen in de stalen hoofddraagconstructie is een droog bouwsysteem mogelijk dat eenvoudig is te demonteren en te reconstrueren. Het ontwerp is erop gericht dat speciale elementen als de trappen, de entreeportaal en de loopbrug op een andere locatie in het gebouw of met een andere configuratie kunnen worden terug- of aangebracht. Zo wordt ander gebruik, flexibiliteit en toekomstgerichte duurzaamheid ten volle gefaciliteerd.
De constructie van de loopbrug bestaat uit twee verdiepingshoge prefab-vakwerken in de gevels met daartussen kanaalplaatvloeren. De gebouwentree is een uit de gevel liggend volume en opgebouwd uit een staalconstructie. Ook alle trappen in het gebouw zijn in staal uitgevoerd.
Gevel
Het tijdelijke gerechtsgebouw is strak vormgegeven met een terughoudende kleurstelling en verfijnde detaillering. Opvallend is de strakke horizontale geleding van bandramen en donkergetinte borstweringen. Ook in het gevelontwerp en -detaillering is het circulaire en remontabele concept vergaand doorgevoerd. De buitenafwerking van deze borstweringen bestaat uit opgespannen doek dat bijdraagt aan zowel de verbijzondering van het gevelbeeld als een gemakkelijke de- en remontage in een later stadium.
Dit pvc-gecoate polyester vezeldoek wordt gestrekt door roestvrijstalen veren aan drie zijden te bevestigen aan een geëxtrudeerd aluminium profiel dat is gemonteerd op het onderliggende geprefabriceerde houten frame-element. In de vierde zijde een pees genaaid in het canvas die kan worden ingevoerd in dit speciaal geëxtrudeerde profiel voor dit project. Het profiel is zo gevormd dat na montage de veren aan het zicht worden onttrokken en een homogeen oppervlak wordt gemaakt over de gehele lengte van de gevel zonder scheidings- of lasnaden. Dit zorgt voor een abstracte, ultralichte gevelafwerking die eenvoudig te demonteren en te verbouwen is. Het textieldoek is 14% open zodat het er zelfs uitziet tegen de donkere achtergrond van de waterkerende laag en er is geen vervelende kleurvariatie zoals bij volledig dichte stoffen.
Het slimste en meest intelligente deel van dit detail is dat het op zichzelf een niet-detail is. Niet het detail ziet er mooi uit, maar het resultaat is: het uiterlijk van een zeer hoogwaardige en duur uitgevoerde gevel tegen minimale kosten in materiaal en arbeid.