Algemene projectomschrijving
Ontworpen als één expressief gebaar en feitelijk niet meer dan twee 90 m hoge torens verbonden door stalen vakwerken. Toch kent het nieuwe stadskantoor van Utrecht een bijzondere hoofddraagconstructie door de grote overspanningen, de vele vides en beeldbepalende geveldiagonalen die samenwerken met de kernen. De Noordtoren heeft kernen van beton, de Zuidtoren kernen uitgevoerd in staal. De ligging van de Zuidtoren is bepalend en vraagt om vijf 31 m hoge kolommen in S460M. Vervolgens bepaalt de constructieve hoofdopzet ook de detaillering.
Beschrijving staalconstructie en/of gebruik van staal
De entree van het gebouw bevindt zich in de Noordtoren op het verhoogde maaiveldniveau (± 8 m boven het huidige maaiveld). De Zuidtoren staat op een vijftal stalen hoofdkolommen, waarvan de positie is afgestemd op drie gestapelde functies: kantoren, busterminal en de OV-terminal, die op dit moment in aanbouw is. Op de onderste verdiepingen van de Noordtoren bevinden zich de publieke gebieden. Vanaf verdieping 6 is er ruimte voor onder meer de kantoorfuncties.
Naast het bijzondere lijnenspel in de gevels kenmerkt het ontwerp zich verder door een groot aantal vides en binnenruimten. Onder de Noordtoren bevindt zich de drielaagse parkeerkelder. De onderste laag van de parkeerkelder is ‘half verdiept’ aangelegd op Normaal Amsterdams Peil.
Onder het zuidelijk deel rijden de bussen op 2,5 m +NAP. In dit deel is weinig ruimte voor verticale draagstructuur. Om de constructie van het voorplein op het verhoogde maaiveld mogelijk te maken, zijn grote overspanningen nodig. Deze worden gerealiseerd door TT-platen te overspannen tussen in het werk gestorte betonnen kokerliggers. Deze kokerliggers overspannen ± 20 m tussen de Noord- en Zuidtoren. Over dit ‘verhoogde maaiveld’ rijdt geen verkeer.
Bijzondere aspecten bouwkundig concept / ontwerp
De 22 m (zes verdiepingen) hoge entreegevel is opgebouwd uit verticale hangstijlen in combinatie met horizontale (ruimtelijke) liggers op niveau 1 t/m 5. Hierin zijn geen diagonalen toegepast voor een zo transparant mogelijke gevel.
De horizontale ruimtelijke liggers zorgen voor de afdracht van de horizontale (wind)belasting naar de verdiepingvloeren. De ligger bestaat aan de voorzijde uit een buisprofiel Ø219 met daaraan gelast een T-140. Aan de achterzijde en ertussen worden eveneens buisprofielen toegepast.
Door de buis die vlak achter het glas loopt, wordt droge/warme lucht gevoerd die via kleine gaatjes in het buisprofiel tegen het glas wordt uitgeblazen. De gehele puiconstructie hangt aan de vakwerkbrug op de 6e verdieping. In de vloer van deze brug zijn liggers opgenomen waaraan de staalconstructie van de gordijngevel is bevestigd.
De gordijngevel wordt op de begane grond alleen horizontaal gekoppeld.
Het glas is koudgebogen en met ‘handjes’ gekoppeld aan de staalconstructie.
Bijzondere constructieve slimmigheden / detailleringen
De constructieve hoofdopzet van het gebouw bepaalt ook de detaillering. Omdat de krachten groot zijn en doordat de knoopverbindingen binnen de standaard kunststoffen gevelelementen moeten passen, is een ‘traditionele’ detaillering niet voldoende.
Gekozen is voor het principe van stapelen van de kolommen: hierbij zijn de staalprofielen 100% nauwkeurig gevlakt en koud op elkaar gestapeld. De profielen zijn onderling verbonden met lijf- en flensplaten. Voordeel van deze detaillering is dat ten gunste van de verbindingen fors bespaard wordt op het laswerk. Om het stapelen goed mogelijk te maken qua maatvoering is gekozen voor HD-profielen. De deling is telkens per drie verdiepingen gemaakt en bevindt zich voor de praktische uitvoerbaarheid steeds op 1 m boven vloerniveau.
De zwaarbelaste kolommen zijn uitgevoerd in de staalkwaliteit S460M. Ook op andere posities waar de krachten erg groot zijn is voor S460M gekozen, omdat deze hoge sterktestaalkwaliteit het mogelijk maakt om toch binnen de standaard bouwkundige maatvoering te blijven. Staal S460M is met name toegepast in de Zuidtoren, onder meer voor de vijf grote kolommen van niveau –3 t/m +5. Deze kolommen zijn uitgevoerd in dubbele HD 400x1086-profielen.
Bijzondere aspecten uitvoering
De bouwplaats is krap bemeten; een goede logistieke planning en afstemming zijn van belang. De gemeente heeft een vergunning afgegeven om 24 uur per dag en zeven dagen in de week te kunnen werken en heeft een aanrijdroute aangewezen. De bouwplaats mag vrijwel geheel naar eigen inzicht worden ingedeeld, waarbij de bouwcombinatie voorziet in de mogelijkheid tot constante aan- en afvoer. Veel en langdurige opslag is bijna niet mogelijk, alle materialen moeten precies op tijd worden aangeleverd en direct dan wel na kortdurende opslag worden verwerkt. Dat geldt ook voor de staalconstructie, waartoe de Staalcombinatie een bufferzone heeft ingericht op een terrein in het naburige Maarssen. De materialen staan daar 'op afroep' gereed om te worden geladen. De (onder)aannemers maken voor hun (aanlever)werkzaamheden zogeheten ‘tickets’ aan, waarop materiaal, tijdstip van levering en de wens voor het gebruik van een kraan kenbaar zijn gemaakt. De bouwcombinatie houdt zo overzicht over werkzaamheden en bouwbewegingen, die met inzet van drie ploegendiensten doorgang vinden. De vrachtwagens rijden zoveel mogelijk buiten spitstijden, voor een goede doorstroom en tegen omgevingshinder. Bij de bouw worden twee vaste bouwkranen ingezet, waarvan één op een betonkern in de Noordtoren. Tijdens hoogtijdagen kunnen vier mobiele kranen worden toegevoegd.
Bijzondere functionele aspecten van het bouwwerk
Duurzaamheid
De gevel heeft een RC waarde van 11 en er is staal S460 toegepast.
Materiaalgebruik (efficiëntie)
Energiegebruik en verbruik tijdens bouw en gebruik
Mate van overlast (bouwwerkzaamheden) voor mens en dier
Innovaties op product-, concept- en bouwniveau