Sinds de middeleeuwen heeft Leiden een samenhangend geheel van gebouwen in het historische centrum weten te behouden, omringd door een singelgracht. De oevers waren oorspronkelijk aangelegd voor de verdediging van de stad. Hierdoor hebben zij ook nu nog een groene uitstraling zonder extensieve bebouwing. Omdat de groenstroken slechts gedeeltelijk toegankelijk waren voor het publiek, besloot het stadsbestuur in 2014 om ze te verbinden tot een geheel rondgaand park.
Concept
Voor een nieuw Singelpark was het belangrijk om een gevoel van continuïteit en identiteit te creëren. Langs de verschillende plekken van de route bevinden zich: parken, begraafplaatsen, gebouwen en verlaten fabrieken, met als belangrijkste element de Hortus, de oudste botanische tuin van Nederland, onderdeel van de Universiteit van Leiden en opgericht in 1590. Het Singelpark wordt doorsneden door grachten, evenals door de Oude en de Nieuwe Rijn.
Vijf gebieden zijn geïdentificeerd waar voetgangersbruggen nodig waren. Het concept is misschien eenvoudig, maar niet vanzelfsprekend. Drie verschillende invalshoeken speelden een rol bij het ontwerp:
• De symboliek van een cirkelvormig park en de nauwe relatie met de Hortus Botanicus;
• een duidelijk herkenbare materialisatie;
• een bouwmethode die qua overspanning en geometrie aan te passen is aan verschillende situaties en locaties.
Eenheid
De crux van het ontwerp kan worden samengevat als ‘eenheid in verscheidenheid’. Eenheid is gevonden in de toepassing van dragende bogen in de leuningen. Deze bogen bestaan uit een snoer van gepolijste roestvast stalen bollen als beeldbepalend element. Deze bollen staan symbool voor de vorm van het park en voor de relatie met de wereldbol. Enerzijds reflecteren ze het belangrijkste kenmerk van het park, een continu groengebied zonder begin of einde. Anderzijds weerspiegelt het gepolijste oppervlak de wereld rondom, zoals de Hortuscollectie de botanische diversiteit van onze planeet wil reflecteren.
Kralenketting
De boog van de bruggen wordt gevormd door een serie roestvaststalen bollen met een diameter van 100 mm, die met een rvs-staaf van 40 mm aan elkaar geregen zijn. Vanuit constructief oogpunt was de vraag: hoe kunnen deze eenvoudige bollen een draagconstructie vormen? Als een kralenketting. Als men beide uiteinden van een kralenketting vasthoudt, zal deze een kromme vormen waarvan de amplitude afhangt van de horizontale kracht die op de uiteinden worden uitgeoefend. De vorm is het resultaat van de evenwichtstoestand van de kralen en de draad die ze verbindt. Dit is het principe van de hangbrug, en is theoretisch ook geldig wanneer de kromme omhoog gaat in plaats van naar beneden, zoals bij een boogbrug. In dit geval zijn de krachten het gevolg van druk in plaats van trek. Maar terwijl het systeem bij trek stabiel is, is het bij druk mogelijk instabiel en is ‘hulp’ nodig om het systeem in balans te houden.
'Hulp'
De hulp van een staande boog kan bestaan uit het toevoegen van stijfheid, zoals bij gangbare boogbruggen, of bij extra slappe constructies met een lateraal stabilisatiesysteem, zoals een beugel. Voor het laatste is gekozen. De bollen worden gestabiliseerd door een reeks U-vormige dwarsbeugels. De verticale armen van de U brengen de krachten over van het dek naar de bollen, wat zorgt voor de dwarsstabiliteit. Tegelijkertijd vormen de stijlen de reling. De U-vormige dwarsbeugels zijn gemaakt van weervast staal. Het ‘roestig’ uiterlijk contrasteert sterk met het rvs.
De constructieve rol van de stijlen is tweeledig: ze zijn de ‘hangers’ van de boogbrug en ze zorgen (zoals aangehaald) voor laterale steun van de slanke bogen. Gezien de veelheid aan stijlen, is de over te dragen kracht tussen stijlen en boog relatief klein. Door de boog en de stijlen worden rvs-pennen gevoerd die verlijmd worden in een pasgat. Er is geen rechtstreeks contact tussen rvs en het weervast staal van de stijlen.
Het dek is ingevuld met gebakken straatklinkers, veelvuldig toegepast in de Leidse binnenstad. De klinkers moeten de harde uitstraling van een volledig stalen brug verzachten. De drie verschillende materialen vragen relatief weinig onderhoud met een vergevingsgezind verouderingsproces, net zoals die van het park zelf.
De Singelparkbruggen zijn niet ‘af’, ze vormen in potentie een systeem dat zich laat aanpassen aan verschillende situaties. Zo is het mogelijk om de verticale stijlen op een puur formele, decoratieve manier per locatie aan te passen; in een meer industriële setting krijgen de stijlen een strak profiel, terwijl ze in een meer landschappelijke setting worden vormgegeven als buigend riet. Deze ‘frivoliteit’ wordt doelbewust omarmd omdat het goed past bij het recreatief doel van een park. Bijna alle mogelijke situaties kunnen worden aangepakt en elke brug is, met behoud van het specifieke karakter, direct herkenbaar als een Singelparkbrug.
Uitzondering
Er is één uitzondering op de drukbogen uit bollen; de beweegbare Zijlpoortbrug (Loviumbrug) die de ingang van de stad aan de Oude Rijn vormt. Een beweegbare brug kan niet op dezelfde manier worden behandeld als een vaste brug. Daarom zijn het bij deze brug de materialen, roestvast en weervast staal, die de identiteit als onderdeel van de Singelparkbruggen moeten duiden.
Het is een dubbele basculebrug waarvan beide brughelften naar elkaar uitkragen. Deze typologie heeft als voordeel dat het statisch systeem van de brug zo min mogelijk wijzigt. Dit is de meest efficiënte manier om een mobiele brug te realiseren, omdat het nodige constructieve materiaal dan benut wordt tijdens de beweging en wanneer de brug gesloten is. Tijdens de beweging worden beide delen een uitkraging. Ze worden vastgehouden aan een scharnierpunt net onder het brugdek en in beweging gebracht door vijzels onder het brugdek. In gesloten toestand werken de brugdekken eveneens hoofdzakelijk als uitkraging. Centraal zit enkel een lichte vergrendeling om beide brughelften te nivelleren. Aan beide landhoofden is een compacte kelder in de landhoofden geïntegreerd.
Roestvast staal, cortenstaal, baksteen: drie materialen die onderhoudsvriendelijk zijn, zelfs haast onderhoudsloos. Dit zijn onze bouwstenen voor de Singelparkbruggen. De materialen hebben een uiterst lange levensduur en voorkomen hiermee meerdere onderhoudsbeurten in de 100 jaar waarvoor de brug ontworpen is. Het staal hoeft niet geschilderd te worden, wat de belasting op het milieu verlaagd. Minder onderhoud betekent ook minder hinder op de omgeving, waar mens en dier profijt van hebben. Tevens zijn alle bruggen integraal constructies, waardoor oplegblokken en voegprofielen afwezig zijn. Dit zijn doorgaans de elementen waar als eerst problemen optreden en reparaties nodig zijn. Inspectie en vervanging van deze elementen wordt voorkomen, wat resulteert in minder onderhoud en hinder voor de omgeving.
Naast het gebruik van onderhoudsvriendelijke materialen wordt ook maximaal ingezet op materiaalbesparing. De bollen in de constructie volgen de ideale druklijn van de brug. Aldus worden de krachten uiterst efficiënt afgeleid en is minder materiaal nodig vergeleken met een standaard stalen kokerbrug.