Skip to main content
mouse

Rolbrug Stadsoevers, Roosendaal

Roosendaal

De stalen rolbrug maakt, naast de vanzelfsprekende functie van verbinder, ook een verblijfsplek te midden van de Roosendaalse Vliet. De brug wordt gekenmerkt door een bijzondere manier van openen, zijn industriële karakter en vrolijke kleur. De esthetiek van de techniek en materiaal vormen de beeldtaal van de rolbrug.

Projectgegevens

Locatie Stadsoevers, Roosendaal
Opdracht gemeente Roosendaal, Stadsoevers
Architectuur ODC architecture & studio mars
Constructief Ontwerp Ingenieursbureau Maters en de Koning en PT Structural Design & Analysis
Uitvoering Vissers Ploegmakers & Damsteegt waterwerken
Staalconstructie Van der Zalm Metaalindustrie bv

Algemene projectomschrijving

De stalen rolbrug over de Roosendaalse Vliet verbindt niet alleen de nieuwe wijk Stadsoevers met het stadscentrum maar is vooral een verblijfsplek en drager van de gebiedsontwikkeling. Het ontwerp van de brug versterkt het industriële, stoere karakter van kade en gebied. 

De brug bestaat uit twee uitkragende delen die in het midden van de Vliet verbonden worden; een uitkragend vast deel aan de zijde van de woonwijk met een balkon en een beweegbaar deel aan de overzijde. De ontmoeting van de brugdelen wordt benadrukt door deze vorm te geven als een bajonetsluiting. Niet alleen wordt hiermee de verbinding benadrukt, maar ontstaat er ook ruimte voor een verblijfsplek op de mooiste zichtas van het gebied, het midden van de Vliet. 
Als de brug zich opent, rolt het beweegbaar brugdeel achttien meter de kade op. Het vaste deel blijft tien meter vrij hangen boven de Vliet en vormt een tribune bij evenementen op het water. 

De complexiteit van een vrijhangende pen- en vangconstructie van een 22-meter lang brugdeel boven water wordt naadloos ingepast in de ritmiek van de constructie. Constructief en architectonisch ontwerp zijn precies op elkaar afgestemd om zo een iconische rolbrug te realiseren. Een brug die onder strikte voorwaarden en volgens uitvoeringsklasse 4 gerealiseerd is nota bene

Ontwerpuitgangspunten

Het ontwerp van de brug eert het industriële verleden van de locatie, zonder nostalgisch te zijn. Het zichtbaar maken van de techniek verhoogt de objectwaarde van de brug en verankert de brug in haar omgeving. De kleurstelling draagt expliciet bij aan de identiteit van brug en gebied. Geel is als signaalkleur onderdeel van de maritieme omgeving en voegt een onderscheidende kleur toe aan het kleurpalet van het gebied zonder deze te willen overschreeuwen. 

Context en object

Om de ambitie van de gebiedsontwikkeling gestalte te geven, is op deze locatie gekozen om eerst de openbare ruimte aan te leggen en daaropvolgend de kavels te ontwikkelen. De rolbrug vormt een scharnierpunt in deze ontwikkeling; logischerwijs als verbinder van de kades, maar zeker ook als aanjager van de nieuwe identiteit van het gebied. 

Behalve aan de toekomstplannen, refereert de rolbrug ook naar het voormalig industrieel gebruik van de kade. In eerste instantie door daadwerkelijk een brugdeel de oostelijke kade op te rollen in geopende toestand. De dynamiek en ‘grotere maat der dingen’ aan deze zijde wordt zo benadrukt. Het westelijke brugdeel aan de toekomstige woonwijk-zijde is juist statisch en biedt een uitkijkpunt in open of gesloten toestand. 

Naast deze impliciete contextuele benadering, ligt de brug ‘los’ op de kade, verwijzend naar de vroegere kranen en goederen – tegenwoordig vooral als een object in de stedelijke ruimte. Door deze objectmatige benadering, krijgt de rolbrug zijn eigen wetmatigheid en kan zo karakter toevoegen aan de kade en Vliet. Dit karakter wordt versterkt door de uitgesproken, monochrome benadering en consequente beeldtaal van de rolbrug. Een herkenbaar object, schakelpunt tussen twee werkelijkheden.

Bajonet in balans

Een rolbrug is een weinig toegepaste techniek, een rolbrug die boven water gekoppeld wordt en bestaat uit twee uitkragende brugdelen een unicum. De complexiteit van het bouwwerk is mede ingegeven door de eerlijke, esthetische benadering van de beeldbepalende constructie en de wens om de rolbrug te koppelen middels een bajonetsluiting. Dit vereist een hoge mate van nauwkeurigheid; de (na)stelbaarheid, toleranties en temperatuurinvloeden waren de grootste uitdaging. 

De bajonet is meermaals terug te vinden als stedenbouwkundig principe in de nieuwe stadswijk. De verspringende verbinding creëert ruimte, stimuleert ontmoeting en richt het zicht. In het brugontwerp is dit benadrukt met een verblijfsplek op de bajonet. Zo is de brug meer dan een verbinder tussen oost en west, maar ontsluit het ook de mooiste plek van het gebied – het zicht vanaf het midden van de Vliet.

Cruciaal voor het functioneren van het rolmechaniek en de koppeling in de bajonet is het goed positioneren van ballast en de torsie van het bewegende deel controleren.
De contraballast voor de stabiliteit van het beweegbare deel is verwerkt in verdikte dekplaten, maar ook integraal onderdeel van het architectonische beeld. Met het toepassen van ballast aan het uiteinde van het rollende brugdeel, wordt in gebruikstoestand op de brug altijd druk uitgeoefend op zijn steunpunten. Om te voorkomen dat de brug uit de geleiding loopt is een neerhoudconstructie voorzien ter plaatse van de voorwielen. Om te voorkomen dat de brug als geheel kantelt bij volle belasting zijn aan de achterzijde van de brug twee opvangconstructies geplaatst, welke met de betonfundatie zijn verbonden. 

Kracht van constructie en materiaal

De esthetiek van de techniek en materiaal is uitgangspunt voor de beeldtaal van de rolbrug. De afleesbaarheid van het stramien, de profilering en aansluitingen, de positionering van ballast en mechaniek – alles is zichtwerk. Alles telt op tot één krachtig beeld. Elk detail dient een doel; de maaswijdte van de geperforeerde platen, bijvoorbeeld, is zo gekozen, dat ze een juiste mate van transparantie creëren op afstand, maar dichtslibben als de fietser of voetganger de brug op gaat. De positie van deze platen is dusdanig dat ze een achtergrond vormen voor het vakwerk als eenduidig gebaar naar de omgeving toe en tegelijkertijd een rustiger ritme op de brug mogelijk maken. Zo vindt elk (standaard)element zijn plaats in het geheel, telt elke technische afweging ook esthetisch mee en visa versa.
Dit is niet enkel bepalend voor het eindresultaat, maar ook voor de samenwerking tijdens het proces. De integrale benadering van constructie, vormgeving, regeltechniek, lichtplan en veiligheid maakt het object tot één geheel waarbij techniek en materiaal centraal staan.

Door maximaal gebruik te maken van standaard profilering en beplating wordt de stoere geometrische beeldtaal van de rolbrug versterkt; ongepolijste, industriële poëzie met oog voor de gebruiker. Want juist voor de passant zijn techniek, mechaniek en materialiteit helder afleesbaar en dragen bij aan de identiteit van brug en plek. Als je tegenwoordig afspreekt op ‘de gele brug’, weet elke Roosendaler waar hij of zij moet zijn.