De ronde stalen luifel met een ellipsvormige dwarsdoorsnede lijkt te zweven in de ruimte, maar hangt aan de betonconstructie van het belendend kantoorgebouw.
| Locatie | Vestdijk 51, Eindhoven |
|---|---|
| Opdracht | De Lage Landen International, Eindhoven |
| Architectuur | De Bever architecten, Eindhoven |
| Constructief Ontwerp | Arcadis Nederland, Amersfoort |
| Uitvoering | BAM Utiliteitsbouw regio Eindhoven, Eindhoven |
| Staalconstructie | BRS Building Systems, Moerkapelle |
De opdrachtgever wilde een goed zichtbare, in het oog springende ronde luifel als entree, als droogloopzone tussen de in- en uitgangen van ondergrondse parkeergarages én als hoofdentree van zijn kantoor.
De ronde vorm contrasteert met het rechthoekige bestaande gebouw. De luifel heeft een diameter van 16 m: het bovenvlak is bolvormig en het ondervlak is vlak. De diameter van de luifel is exact gelijk aan die van een paviljoen dat in de 'oksel van het gebouw' stond. In het hart van de luifel zit een rond glasdak van 10 m diameter met daar omheen een randconstructie van golvend gecoat composiet materiaal met een breedte van 3 m. De constructie heeft in dwarsdoorsnede een ellipsvorm met een maximale hoogte van ruim 800 mm. Het geheel weegt 30 ton.
De cirkelvormige, slanke luifelconstructie lijkt van onder gezien 4,5 m boven de grond te zweven, maar hangt aan de gevels van de belendende kantoorgebouwen. Het glazen dak in het midden en een ingebouwde led-verlichting in de stalen liggers zorgen voor voldoende licht onder de luifel.
De constructie van de luifel bestaat uit stalen liggers in een raster van gelijkzijdige driehoeken met daaromheen een stalen ringbalk. Liggers en ringbalk zijn opgebouwd uit een samengestelde koker 250x100 mm. Om de contouren van een ellips te krijgen zijn aan de onder- en bovenkant stalen strips van verschillende lengten gelast. Deze opbouw is uit het zicht gewerkt met platen gezet staal aan weerszijden van de liggers en aan één zijde van de ringbalk.
Het uitgangspunt was om de luifel volledig vrij van de grond te houden. Dat betekende dat de constructie van 30 ton moest worden opgehangen aan de gevels van de belendende bebouwing. De krachtsafdracht naar de gevels vindt plaats via drie ankerpunten, gelijkmatig verdeeld over de ringbalk. Deze verdeling is noodzakelijk voor de stabiliteit van de luifel. De ankerpunten lijken ogenschijnlijk vast te zitten aan de gootbodem van de bovenste goot, maar zitten uiteraard gekoppeld aan de ringbalk eronder. Per ankerpunt lopen trekstangen (ronde buis 130 mm) via de gevels naar de betonconstructie van de gebouwen. Via speciale stalen schoenen rondom de kolommen wordt de horizontale belasting op de betonvloeren overgebracht. De verticale belasting wordt door de betonnen kolommen opgenomen. Zowel voor de ankerpunten aan de ringbalk als voor de bevestigingspunten aan de vloeren zijn samengestelde consoles aangebracht met schetsplaten in de juiste standen voor de bevestiging van de stangen.
De rand van de luifel is opgebouwd uit zestien geprefabriceerde onderdelen van 3,14 m breed, bestaande uit onder- en bovenschalen van gecoat polyesterhars. De bovenschalen hebben deels een glad oppervlak (tussen de twee goten) en naar de rand toe een geribbelde structuur van golvende vormen die naar het uiteinde toe steeds kleiner worden. De onderschalen zijn volledig geribbeld. De zestien elementen zijn bevestigd aan stalen uithouders, samengestelde kokerprofielen, die aan de ringbalk van de staalconstructie zijn gelast. De naden tussen de elementen zijn afgedicht met een elastisch blijvende kit. In de bovenschalen zijn twee goten opgenomen: één vlak achter de ringbalk om het water van het glasdak op te vangen en één aan de rand van de luifel op de scheiding tussen het gladde en geribbelde oppervlak. Deze laatste voert het water af naar een ringleiding van de goot bij de ringbalk. Aansluitingen, gullies en ringleiding zijn in de randelementen verwerkt en voeren het hemelwater af naar één punt dat bij het entreegebouw ligt.
Vanwege het grote eigen gewicht en de afmetingen (vervoer naar de bouwplaats) is de luifelconstructie samengesteld uit zeven secties: één kerndeel en zes randsegmenten, die met bouten en koppelplaten aan elkaar gemonteerd zijn. De segmenten zijn in de werkplaats als volledige draagconstructie geprefabriceerd, vervolgens gedemonteerd, geconserveerd en verder afgewerkt, in delen naar Eindhoven vervoerd. De luifel is ter plekke opnieuw gemonteerd tot één geheel op werktorens die zijn doorgestempeld naar de verschillende vloeren van de eronder gelegen parkeerkelder. Pas op het laatst is de luifel aan de gevels van het gebouw gehangen en zijn de torens verwijderd.
Het glazen dak bestaat uit driehoekige ruiten van gelaagd (8.8) enkelvoudig, helder glas. De beglazing is koudgebogen en met klemplaatjes vastgezet aan stalen strips, die op de uiteinden van de staanders op de dragende liggers zijn gelast. De naden zijn afgedicht met een structurele, elastische en UV-bestendige kitvoeg.
De stalen liggers en ringbalk zijn afgewerkt met gezet staal met aan de onderzijde een afdekking van opaal perspex beplating. Daarachter bevindt zich LED-verlichting. Door het driehoekige raster van de liggers ontstaat een speels lijnenpatroon.
