Skip to main content
Ossip van Duivenbode mouse

Hockey Combinatie Schiedam

Schiedam

Het nieuwe clubgebouw voor de Hockey Combinatie Schiedam (HCS) brengt twee Schiedamse hockeyclubs samen in een gebouw met een geheel eigen signatuur dankzij het eigenzinnige dakontwerp.

Projectgegevens

Locatie Olympiaweg 63, Schiedam
Opdracht Gemeente Schiedam, Schiedam
Architectuur Architéma Architectuurstudio., Schiedam
Constructief Ontwerp De Vries Konstruktieburo, Gouda
Uitvoering De Vries en Verburg, Stolwijk
Staalconstructie Stalent, Bergambacht

Algemene projectomschrijving

Het clubhuis voor de nieuwe hockeyclub HC Schiedam bestaat uit twee bouwlagen met een uitstekend dak. De dakvorm is een fusie van verschillende vormen: een zadeldak en een dubbele lessenaar. Door de fusie ontstaat een vorm die zowel herkenbaar als anders, die zowel moderne als nostalgische associaties oproept. Het ontwerp is ontstaan gedurende het fusietraject van de hockeyverenigingen Asvion en Spirit, die na 80 jaar rivaliteit besloten samen verder te gaan. Een fusie is een uitstekende katalysator voor polarisatie. Dit besef ligt ten grondslag aan het ontwerp van het clubgebouw, dat dient als een instrument om interne samenhang te creëren en progressieve en conservatieve krachten te bundelen. Eén herkenbare, nieuwe identiteitsdrager vormt het baken van een nieuw te vormen clubcultuur. Het verbindende aspect van deze ‘fusiearchitectuur’ heeft een bescheiden bijdrage geleverd aan het uiteindelijke welslagen van een toch precaire samensmelting.
Het clubgebouw is als een paviljoen centraal gesitueerd in het hart van het complex. Het is ingebed in een gevarieerd, groen landschap met flinke terrassen, een tribune en taluds, waar verschillende niveaus moeiteloos in elkaar overgaan. Het dak faciliteert een soepele verbinding tussen binnen en buiten. Een knik omhoog in het dak en een subtiele knik in de gevel – voorzien van een metselwerkreliëf. Het gebouw is half verdiept aangelegd, waardoor de onderste etage grotendeels in het landschap verdwijnt. Hier bevinden zich kleedruimtes, ondersteunende functies en bergingen. Boven is de clubruimte gesitueerd, met grote glasvlakken georiënteerd op de omgeving. De clubruimte heeft een intieme sfeer. Aan de korte zijde kraagt het zadeldak uit naar een groot terras. Aan de lange zijde van de clubruimte, richting de tribune en het hoofdveld, wordt de blik verlegd en knikt het dak omhoog en naar buiten. Deze royale uitkragingen geven het pand, ondanks een relatief bescheiden omvang, een grote ruimtelijke impact op de omgeving.

Beschrijving staalconstructie en/of gebruik van staal

De dakvorm is leidmotief in het ontwerp, dat enkel mogelijk was door staal. De hoofdconstructie van de dakvorm bestaat uit uniek gevormde liggers die elk de gekinkte vorm volgen. Deze worden gedragen door vierkante stalen kolommen die slechts in de gevel gepositioneerd zijn. De clubruimte wordt kolomloos overspannen en ook bij de uitkragingen is geen kolom te bekennen. Stalen trapeziumplaten zijn tussen de dakbalken gelegd om de totale pakketdikte van het dak zo gering mogelijk te maken. De randen van het dak worden gevormd door een UNP-randbalk die als een witte kroonlijst – zonder bevestigingen in het zicht – de verlopende dakvorm grafisch accentueert. De stalen draagconstructie van kolommen en windbokken is grotendeels in het zicht gebleven. Samen met de grote glasgevels en de gemetselde wanden ontstaat het beeld dat doet denken aan een historisch vakwerkgebouw, waarbij constructie en vlakvulling een grafisch spel aangaan.

Bijzondere aspecten bouwkundig concept / ontwerp

Bijzondere constructieve slimmigheden / detailleringen

Bijzondere aspecten uitvoering

De maattoleranties van het staal waren maatgevend voor de uitwerking van de onderdelen. De vliesgevels dienden precies de maat te volgen van de opeenvolgende kolommen, zodat stijlen en staal een visuele eenheid zouden vormen. Dit betekende in de praktijk een ongewoon grote behoefte naar nauwkeurigheid voor de staalconstructie. Ook de gewenste strakheid van de stalen dakrand was een punt van aandacht. Alle bevestigingspunten zijn onzichtbaar weggewerkt aan de achterzijde. Bovendien was het een uitdaging om te komen tot de noodzakelijke rechtheid van de (warmgewalste, gelaste, verzinkte en gepoedercoate) profielen, zo cruciaal voor het uiteindelijke beeld.

Bijzondere functionele aspecten van het bouwwerk

Het clubhuis is in het hart van het complex gesitueerd en heeft als een paviljoen een alzijdige oriëntatie richting alle velden. Het dak vormt het belangrijkste instrument om dit gevoel mogelijk te maken. Het verleent het bescheiden gebouw een stevige claim op zijn omgeving, begeleidt de overgang van binnen naar buiten en creëert prettige verblijfsgebieden in en rond het gebouw. Het is de hoofdrolspeler in een continu landschap waarbij binnen en buiten, sportveld en verblijfsgebied, tribune, speelgebied, terras en binnenruimte, soepel en vanzelfsprekend met elkaar verbonden zijn.

Duurzaamheid

De realisatie van het clubgebouw is onderdeel van een verreikende verduurzamingsoperatie voor sport in Schiedam: ‘Schiedam in beweging’. Door het fuseren, professionaliseren en strategisch herhuisvesten van sportclubs worden ze toekomstbestendig gemaakt om zo de bevolking meer aan het sporten te krijgen. Deze aanzienlijke investering wordt hoofdzakelijk gefinancierd door de grondopbrengsten van vrijkomende complexen. Voor alle ontwikkelingen die in deze carrousel tot stand komen, gelden hoge duurzaamheidsambities in de brede zin. Dit heeft hier geresulteerd in een zo compact mogelijk gebouw, waarbij onder de noemer duurzaamheid ook toekomstbestendigheid, gebruiksvriendelijkheid, onderhoud en gebruikskwaliteit nadrukkelijk werden afgewogen.

Materiaalgebruik (efficiëntie)

Duurzaamheid is vaak een kwestie van extra investeren. Echter, elke vierkante meter die niet gebouwd hoeft te worden is zowel budgettair als in termen van duurzaamheid voordelig. Dit clubgebouw is nadrukkelijk zo compact, rationeel en efficiënt mogelijk ontworpen. Een eerste programma van eisen met 1.200 m2 aan verblijfsruimtes is stapsgewijs teruggebracht tot zo'n 900 m2. Dit heeft het voordeel dat er relatief veel budget beschikbaar is voor kwaliteit, zoals hoogwaardige materialen en installaties. In de materiaalkeuzes is geopteerd voor robuuste en eerlijke materialen die toekomstbestendig zijn en geen verdere afwerking behoeven: beton, steen staal en glas. Ruwbouw is afbouw. Geen voorzetwanden, vrijwel geen systeemplafonds, zo min mogelijk meters aan installatieleidingen. Het FSC-houten plafond in de clubruimte is in feite de enige afwijking van de ‘ruwbouw is afbouw’-regel, maar dit is wel een bewuste keuze. Warmte en sfeer, goede akoestiek, continuïteit tussen binnen en buiten, integratie van installaties: het plafond is cruciaal om dit alles te bewerkstelligen. De staalconstructie van het dak en het houten plafond gaan in wezen een symbiotische relatie aan ten behoeve van maximaal effect. Het staal maakt de lichtheid en ruimtelijkheid mogelijk, het hout voegt hier zijn eigen kwaliteiten aan toe.

Energiegebruik en verbruik tijdens bouw en gebruik

De warmteopwekking voor het gebouw vindt plaats met een pelletkachel. Anders dan een wko kan dit systeem veel beter voldoen aan de relatief hoge vraag naar warm tapwater, kenmerkend voor een clubgebouw. Naast een duurzame warmteopwekking zijn er ook maatregelen genomen om warmteverlies van het gebouw te beperken. Uiteraard door het goed te isoleren, waarbij het grondpakket tegen de verdiept aangelegde benedenverdieping een extra isolerend effect heeft. Een eenvoudig doch intelligent vraaggestuurd ventilatiesysteem beperkt bovendien de energievraag. Het percentage CO2 in de lucht, afhankelijk van de hoeveelheid mensen in de ruimtes, wordt gemeten en er wordt vervolgens naar behoefte afgezogen vanuit één centrale unit bij de keuken. Dit systeem is serieel gekoppeld aan de benodigde afzuiging van de keukeninstallaties (eveneens vraaggestuurd), waarbij de afgezogen lucht dus twee maal wordt gebruikt. In de gevel reguleren zelfregelende kleppen de toevoer van lucht, waardoor er nergens ventilatieleidingen in het zicht zijn gemaakt. Dit systeem is een goed voorbeeld waarbij gebruiksvriendelijkheid, planeconomie en duurzaamheid hand in hand gaan. Verder is het gehele gebouw voorzien van laagtemperatuur-vloerverwarming en energiezuinige ledverlichting geschakeld met aanwezigheidsdetectie. Door de grote overstekende daken aan de zuid- en westzijde wordt de zonbelasting van de clubruimte in de warme maanden vrijwel tot nul gereduceerd. In de wintermaanden staat de zon lager, zodat deze door de grote glazen puien het gebouw verwarmt. Het dak is zo georiënteerd en geconstrueerd dat er in de toekomst ± 300 m2 pv-cellen kan worden aangebracht, wat het gebouw vrijwel zelfvoorzienend zou maken.

Mate van overlast (bouwwerkzaamheden) voor mens en dier

Het hockeycomplex waar het clubhuis is nadrukkelijk zo groen mogelijk opgezet met maximaal behoud van de bestaande groenstructuur en toevoeging van nieuw groen, zoals een groen speelgebied en een plezierig groen talud rondom het gebouw. Zo ontstaat het gevoel dat er gesport wordt in een parkachtige setting, waar het fijn verblijven is.

Innovaties op product-, concept- en bouwniveau

De dakvorm staat centraal in het duurzaamheidsconcept van het gebouw. Flinke uitkragingen houden de zon buiten en beschermen de gevel (en het publiek)tegen de weersinvloeden. Bovendien is het dak is zo ontworpen dat twee goten het hemelwater samenbrengen op één punt. Een flinke spuwer stort het water op een rotsvijver die functioneert als waterbuffer en waterfilter. In feite is er sprake van een circulair systeem, aangezien er wordt afgevoerd naar het belendend oppervlaktewater; de bron voor de besproeiing van de watervelden, waarna het water via een drainagesysteem in het grondwater terecht komt.