Skip to main content
mouse

Het Platform

Amersfoort

Sinds 2012 is ontwikkelaar en belegger Schipper Bosch bezig met de (her)ontwikkeling Van De Nieuwe Stad in Amersfoort. Het voormalige industriële gebied wordt getransformeerd naar een vernieuwende en bruisende microstad waar gewoond, gewerkt en geleefd wordt. Schipper Bosch heeft medio 2017 aan Space Encounters en Van Rossum Raadgevende Ingenieurs de opdracht voor het ontwerpen van een nieuw kantoorgebouw bovenop een voormalige Prodentloods gegund.

Projectgegevens

Locatie Oliemolenhof 14-18, Amersfoort
Opdracht Schipper Bosch Ontwikkeling, Amersfoort
Architectuur Space Encounters, Amsterdam
Constructief Ontwerp Van Rossum Raadgevende Ingenieurs, Amsterdam
Uitvoering Bouwonderneming Van Bekkum, Amersfoort
Staalconstructie Van Den Brink Staalbouw, Barneveld

Randvoorwaarden

Voordat de draagstructuur voor het nieuw te realiseren kantoorpand ontworpen kon worden, zijn allereerst de randvoorwaarden opgesteld, waaraan het constructief ontwerp moet voldoen. Integraal met het bouwkundige en installatietechnische ontwerp zijn de randvoorwaarden van de constructie als volgt:

- Minimale verstoring van de bestaande huurders tijdens de realisatie;

- De nieuw te realiseren constructie dient losgehouden te worden van de bestaande bebouwing;

- Het nieuwe stramienplan heeft een hart-op-hart afstand van ca. 15 meter, waardoor grote overspanningen mogelijk dienen te zijn;

- Het toe te passen vloerconcept dient flexibel te zijn, waardoor installaties hierin weggewerkt kunnen worden;

- De vloeren tussen de spanten dienen zelfdragend te zijn aangezien onderstempelen niet mogelijk is;

- In alle keuzes is duurzaamheid een relevante factor.

Constructief ontwerp

Aan de hand de randvoorwaarden is een draagstructuur ontworpen. Om grote overspanningen mogelijk te maken en het eigen gewicht van de draagstructuur relatief laag te houden, is gekozen voor een staalconstructie. Stalen vakwerken met een overspanning van ca. 34 meter worden in het stramienplan ca. 15 meter hart-op-hart geplaatst. Constructief is het daarmee meer een brug dan een gebouw. Een typologische crossover.

Het stalen vakwerk is over twee verdiepingen gerealiseerd. Rechthoekige kolommen ondersteunen de vakwerken en dragen de belastingen langs het bestaande gebouw naar de fundering af. De constructie als tafelmodel garandeerde de continuïteit van gebruikers van de loods - FLUOR en Picnic - tijdens de bouw. Het is tevens de meest heldere en conceptuele keuze om de nieuwbouw los over de bestaande hal te construeren. De ambitie om een flexibel indeelbaar, non-conventioneel kantoor te maken, heeft ook op het gebied van bouwmethodiek innovatieve keuzes tot gevolg.

Fundering

De fundering bestaat uit betonnen lijnpoer die ondersteund worden door TUBEX-palen met groutinjectie. Een TUBEX-paal is een grondverdringende, trillingsvrije betonpaal met een permanente stalen buis. De paal wordt schroevend op diepte gebracht onder toevoeging van een groutinjectie.

Door Tjaden Grondmechanica is een grondonderzoek uitgevoerd dat bestaat uit 20 sonderingen, waarmee de bodemopbouw tot maximaal -32,0 m ten opzichte van NAP is verkend. Aan de hand van de resultaten, volgend uit de sonderingen, is een funderingsadvies opgesteld. Uit dit advies kan geconcludeerd worden dat de bodemsamenstelling zeer grillig is. Dat wil zeggen dat de uiteindelijk benodigde draagkracht van de grond op verschillende inheiniveaus terug te vinden is. Daarnaast is in het funderingsadvies, voor op druk belaste palen met diverse schachtafmetingen op gekozen paalpuntniveaus, de rekenwaarde van de draagkracht van de verschillende paaltypes berekend. Aan de hand van de optredende paalbelastingen zijn de paalpuntniveaus bepaald wat uiteindelijk in een palenplan voor het gebouw resulteerde. De inheidiepte per funderingspoer is zoveel mogelijk geoptimaliseerd.

Bovenbouw

De bovenbouw bestaat uit relatief grote stalen vakwerken die ondersteund worden door stalen rechthoekige kolommen. In figuur 1 is een stalen spant weergegeven. Het vakwerk tussen de kolommen bestaat uit 5 delen. Het middelste vakwerk bestaat uit stijve verbindingen en is daarmee een vierendeelligger.

Het stalen vakwerk is over twee verdiepingen gerealiseerd. Tussen de stalen spanten is een Slimline vloer op de eerste twee verdiepingen geplaatst. Het dak bestaat uit stalen liggers met daaroverheen stalen dakplaten geplaatst.

Slimline vloeren

De Slimline vloeren zijn holle vloeren die de grote overspanning kunnen maken en installatietechnische systemen kunnen herbergen. Bovendien vergen de meeste vloersystemen onderstempeling. Dat gaat in dit geval niet en is bij Slimline vloeren ook niet nodig doordat het systeem gebruik maakt van zelfdragende prefab delen.

Door de hijsmomenten nauwkeurig af te stemmen,  konden de bedrijven in de onderliggende loods de gehele tijd door blijven werken. Daarbij komt nog dat de Slimline vloeren het gebouw in gebruik en installatietechnisch maximaal flexibel maken. Bij verandering van gebruik in de toekomst zijn de installaties in de Slimline vloeren eenvoudig aan te passen.

De vloer is opgebouwd uit een aantal stalen liggers waarbij de onderflens is ingestort in een betonnen schil. In de stalen liggers zijn sparingen gemaakt die als doorvoer dienen voor leidingen. Over de stalen liggers is een topvloer aangebracht. In Het Platform bestaat deze topvloer uit een staalplaatbetonvloer gecombineerd met een computervloer. In figuur 2 is het concept van de Slimline vloer weergegeven.

De stabiliteit van de constructie wordt in beide richtingen gewaarborgd door de portaalwerking. In figuur 4 is de stabiliteit schematisch weergegeven. In dwarsrichting is één spant gemarkeerd. Daarnaast is in de langsrichting het voorste portaal gemarkeerd. De Slimline vloer dient als schijf om de horizontale stabiliteit te waarborgen. Via de staalprofielen of direct via de betonschil wordt de windbelasting op de gevel ingeleid. Deze belasting wordt vervolgens via de schijfwerking van de vloer naar de stabiliteitselementen geleid. De verschillende vloerdelen zijn doormiddel van lasplaten aan elkaar gekoppeld om de belastingen over te brengen.

Trap

Om het nieuwe pand toegankelijk te maken zijn enkele trappen in het project opgenomen. De meest markante is de trap aan de voorzijde van het gebouw, bestaand uit een stalen constructie en betonnen traptreden. Daarnaast zijn twee inwendige trappenhuizen gerealiseerd. Deze trappenhuizen bestaan uit stalen kooien die apart zijn gefundeerd. De stalen kooien reiken tot de tweede verdieping en zijn verticaal losgehouden van de hoofddraagconstructie. Dit om te voorkomen dat het nieuwe pand op de stalen kooien van de trappenhuizen gaat dragen. Horizontaal zijn de trappenhuizen wel gekoppeld, zodat de horizontale vervorming van de hoofddraagconstructie wordt overgegeven aan de stalen constructies van de trappenhuizen.

Kwaliteit en verbinding

Kwaliteit en verbinding zijn kernwaarden voor de ontwikkelingen in De Nieuwe Stad en zo ook voor Het Platform. De wijze waarop de oude loods en de nieuwbouw elkaar net niet raken en toch in verbinding staan, toont zich doordat de kolommen van de nieuwbouw het ritme van de oudbouw volgen. Aan de pleinzijde steekt Het Platform drie meter over de loods door. Op de begane grond ontstaat zo een overdekt entreegebied met ruimte voor fietsparkeerplekken.

Op de eerste verdieping resulteert deze drie meter zone in een genereus balkon. Het is het entreebalkon voor de kantoren en een buitenwerkplek met uitzicht op het plein vol bomen.

Met een drie meter brede, betonnen trap is deze ruimte verbonden met het plein. De trap nodigt uit. Het balkon heeft een roze stripstalen balustrade. Het grootse, industriële gebaar van het gebouw wordt hierdoor vriendelijk en zacht.

Op de kopse kanten wordt de maat van het balkon weer voelbaar. Door hier de diepte van het balkon dicht te maken op de tweede verdieping ontstaat er een denkbeeldige verticale lijn die zich doorzet in de oudbouw.

Als vanzelfsprekend staat Het Platform over de voormalige loods. Oud en nieuw zijn geïntegreerd, door in het nieuwe gebouw architectonische kenmerken van de ‘onderbuurman’ voort te zetten. De verbinding tussen oud en nieuw komt ook tot uiting in de afwerking, aan de buitenkant van Het Platform. De wit geglazuurde keramische tegels zijn van oudsher gebruikt in industriële interieurs vanwege de weerbaarheid. Door ze aan de gevel te plaatsen wordt de enorme schaal van het gebouw tactiel en maakt het verbinding met de geschiedenis van de plek. Tegelijkertijd is het een verwijzing naar de superstructuren van Superstudio. Het avant-garde architectencollectief dat in de jaren zestig en zeventig het perfecte voorbeeld van de tegencultuur was, in dienst van de vrijheid.

Het interieur staat volledig in dienst van het gebouw. Dezelfde no-nonsense dienstbaarheid. Functionele noodzakelijkheden zijn geclusterd om de maat van de grote kantoorvloeren voelbaar te houden. De Boring Collection is ingezet om ruimte te maken. Kleurclusters met meubelstukken waarop overleg of ontspanning kan plaatsvinden vullen de tussenruimte op een vanzelfsprekende en frisse wijze.

Het gebouw verbindt het verleden, het heden en de toekomst. In vorm, in materialiteit, in betekenis, in gebruik, in energie. De bomen op het plein geven het gebouw context, zowel op de grond als in de lucht. Deze kwaliteit wordt doorgezet in de patio die qua maat aansluit op de schaal van het gebouw. Het groen van de bomen, de gele kruizen op het plein, de rode kozijnen in de loods, het roze hekwerk en de blauwe lucht. Het witte tegelwerk werkt als een canvas dat alles verbindt.

Op velerlei wijze is Het Platform een toevoeging aan de duurzame ontwikkeling van De Nieuwe Stad. Zowel op macro- als op microniveau. Zichtbaar en onzichtbaar.

Op macroniveau is de ontwikkeling als geheel duurzaam omdat er wordt getransformeerd en toegevoegd met behoud van het bestaande. Geen tabula rasa, maar met zorgvuldige in- en aanpassingen.

Het Platform zelf is op gebied van materialen, energie en montage maximaal duurzaam. Zo hebben de tegels aan de gevel van het gebouw een zeer gunstig milieuprofiel door het efficiënte productieproces en een zeer lange technische levensduur. De geoptimaliseerde stalen vakwerken zijn gebout en daarmee geschikt voor toekomstig hergebruik. De energie voor het gebouw wordt opgewekt door zonnepanelen op het dak en een biowarmte-installatie in de bestaande loods.

Slimline past bij het duurzaamheidsconcept dat De Nieuwe Stad voorstaat: door het lichte gewicht (onder de 300kg/m2) blijkt een aanzienlijke gewichtsbesparing mogelijk op het totale bouwwerk. Zo wordt bespaard op materiaal in de hoofdconstructie én fundering.

De prefab Slimline vloer zorgt er bovendien voor dat natte betonwerkzaamheden op de bouw vermeden worden. De hoofdconstructie is snel op te bouwen, wat resulteert in een kortere bouwtijd en minder belasting voor de omgeving.

Een ander opvallend detail in de gevel zijn de Platowood Fraké kozijnen. Fraké is een snelgroeiende loofhoutsoort afkomstig uit verantwoord beheerde bossen in West-Afrika. De kozijnen kunnen onbehandeld, dus onbeschilderd worden toegepast. Door het hout als het ware te bakken (platoniseren, of hydro-thermische modificatie) is het hout op de meest duurzame wijze langdurig beschermd tegen invloeden van buiten.